Categorie:Udenhouts woordenboek
Kijk voor de startpagina op Udenhout Wiki
Inhoud: | 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z |
---|
Pagina’s in categorie "Udenhouts woordenboek"
Deze categorie bevat de volgende 200 pagina’s, van in totaal 2.438.
(vorige pagina) (volgende pagina)P
- Poets
- Pof
- Poffer
- Polen
- Pootkaart
- Pootplicht
- Pootrecht
- Poppenstront
- Portefeseedeur
- Portiuncula aflaat
- Portret
- Postboi
- Potloden
- Potstuk
- Potverdommeke
- Potverdulleme
- Praat
- Prakkezeren
- Praten
- Precies
- Van de preekstoel rollen
- Preut
- Priesterkoor
- Priesterschap
- Prik in de pan
- Prissen
- Proem
- Profeet
- Profielsteen
- ProfSigns
- Prollen
- Pront
- Proppenschieten
- Pruimentijd
- Prutlip
- Pulling
- Put
- Putmik
- Putter
- Pyrometer
- Pèrsweek
- Pèère
- Péér
- Pölleke
R
- Raden
- Rafelen
- Rak
- Ramscheut
- Raoveskop
- Rauwigheid
- Rechttoevoort
- Redelijk
- Redus
- Regeur
- Reincultuur
- Religieuzen
- Relikwie
- Rengelen
- Rennuweren
- Repen
- Retraite
- Rettereren
- Reuselse ploeg
- Reutemeteut
- Revetje
- Ridderen
- Riek
- Riekskesrooier
- Rien
- Ries
- Riet
- Riet uit den Brand
- Rietdekken
- Rieten dak vernieuwen
- Rietmat
- Rietwinning
- Rijeren
- Rijf
- Rijven
- Rijzen
- Riksdolder
- Rilleke
- Rimmetiek
- Ringoven
- Rinus
- Riskozzie
- Ritskont
- Roede
- Roefel
- Roep
- Rog
- Roggeomgang
- Romboer
- Rome
- Romkan
- Romkanne
- Rondganger
- Rontelom
- Roodbont
- Rooiekôl
- Room
- Roomgrijper
- Rooms
- Ros
- Rotte kermis
- Rouwkleed kerk
- Rouwlok
- Rozenhoedje
- Rozenkrans
- Rozenkransmaand
- Ruggestrang
- Ruigte
- Ruilverkaveling
- Ruisen
- Ruitekeduit
- Ruiter
- Runderhorzel
- Russel
- Rust roest
- Rut
- Rèire
- Rögt
- Rösse
S
- Sacrament
- Sacramentsdag
- Sacramentsprocessie
- Sacristie
- Sanderendaags
- Sank
- Santemekraam
- Saoves
- Sappel
- Sassen
- Saus
- Sauwelaar
- Sauwelen
- Sauwelpraat
- Scapulier
- Scapuliermedaille
- Schaal
- Schaand
- Schaar
- Schaarbaar
- Schaars
- Schaatsenrijder
- Schab
- Schabberdebonk
- Schabbernak
- Schadelijk
- Schanshuis
- Schap
- Scharen
- Scharesliep
- Scharhout
- Scharren
- Scheel
- Schei
- Scheiden
- Scheiding
- Schelbenneke
- Schele ogen
- Schelen
- Scheren
- Scheresliep
- Schermen
- Scheurmik
- Scheut
- Scheuterig
- Scheutje
- Schieferen
- Schiem
- Schiemeren
- Schietgeweer
- Schijt
- Schijtekster
- Schijten
- Schilddak
- Schipper mag ik overvaren
- Schit
- Schob
- Schobberdebonk
- Schoefel
- Schoelie
- Schoemen
- Schoenetrekker
- Schoepen
- Schoer
- Schof
- Scholk
- Schompes
- Schoof
- Schooien
- Schoor
- Schoorstêenmaantel
- Schop
- Schoppen
- Schortelwoensdag
- Schot
- Schoteldoek