Repen
(ree:pe), onov. ww., 1. met de hoepel of reep lopen; 2. driftig en gulzig achter iets of iemand bv. de meisjes aan zitten. Hij is op reep, hij is uit, hij is ergens naar toe om plezier te maken op een voor spreker onbekende locatie.
(ree:pe), onov. ww., 1. met de hoepel of reep lopen; 2. driftig en gulzig achter iets of iemand bv. de meisjes aan zitten. Hij is op reep, hij is uit, hij is ergens naar toe om plezier te maken op een voor spreker onbekende locatie.