Pootrecht
Iedere eigenaar van grond in de Meijerij had pootrecht. Een eigenaar mocht, tot op zekere afstand van zijn eigen grond, bomen of heesters planten, kappen en weer vervangen op de gemeint, de gemeenschappelijke gronden. Dus ook op de daartoe behorende wegen, maar alleen op een zodanige wijze, dat het gebruik van de weg niet werd belemmerd.