Rozenkrans
1. Bidsnoer van vijfmaal tien kralen, telkens onderbroken door grote kraal en voorafgegaan door een kruisje plus één grote, drie kleine en wederom één grote kraal; 2. Het gebed zelf, als volgt: aan het kruisje wordt de geloofsbelijdenis gebeden, aan de grote kralen het onzevader en aan alle kleine kralen het weesgegroet. Het volledige rozenkransgebed bestaat uit drie rozenhoedjes.