Na zijn opleiding aan de voorloper van de
Academie voor Beeldende Vorming (1927-1932) ontwikkelde
Cornelius (Kees) Antonius Maria Mandos (Tilburg 1913 – Tilburg 2001) zich net als zijn broer
Frans Mandos tot een productief en veelzijdig kunstenaar. Hij maakte vooral versieringen voor interieurs, zoals wandschilderingen voor de
Korvelse kerk, de
Hoefstraatse kerk (1950), de
Pastoor van Arskerk (1960) en de
Besterdse kerk (1964). Ook vervaardigde hij gevelmozaïeken in de Karmelietenstraat (1962), een wandmozaïek voor
Drukkerij/Boekhandel Bergmans aan de Wandelboslaan (1964), glas-in-loodramen voor de kerk in de Enschotsestraat (
Petrus Donderskerk) en wandschilderingen in de kantine van
AaBe (met zijn broer Frans). In 1954 realiseerde hij een wandtableau voor het
zwembad Ringbaan-Oost. Dit kunstwerk werd later in de Drieburcht op het Wagnerplein geplaatst. Mandos was ook illustrator van kinderboeken en katholieke bladen als
Brabantia Nostra,
De Engelbewaarder en De Meiboom. In 1946 illustreerde en kalligrafeerde hij het gedenkboek Rijmkroniek van Tilburg, het Hart van Brabant, geschreven door
Toon Eijkens. Tevens schiep Mandos aquarellen, olieverfschilderijen, lino’s, ex-librissen en etsen. Een bijzondere opdracht betrof het kalligraferen van een boek met daarin de namen van Tilburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen. Dit boek lag in de
Kapel O.L. Vrouw ter Nood, maar werd gestolen.
Kees Koster maakte een nieuwe versie van het boek, waarvan elke dag een pagina wordt omgeslagen om de doden te herdenken. Mandos was van 1972 tot 1994 schilder- en tekendocent bij het
Duvelhok. In 2002 publiceerde
Jeroen Ketelaars in
Tilburg: Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur een uitgebreid artikel over Mandos.
