Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Promoties

BalkTiu.jpg

Op 5 maart 2021 vond op Tilburg University de 3.000e promotie plaats. De promovendus was mr. Jacob de Boer, met een dissertatie over de vaststelling en handhaving van regels voor het onderwijs, in een periode van spanning tussen de onderwijsvrijheid en de verplichte overheidszorg voor het onderwijs, die in artikel 23 Grondwet besloten ligt.

Het aantal promoties is de afgelopen decennia sterk gestegen. In Tiburg vond in 1987 de 300e promotie plaats. Daarna is een steile groeicurve te zien: iedere tien jaar verdubbelt zowat het aantal promoties. Onder de gepromoveerden zijn zowel promovendi in dienst van de universiteit als ‘buitenpromovendi. Deze laatsten voeren hun promotieonderzoek uit zonder aanstelling aan de universiteit en zorgen dus zelf (bijvoorbeeld via hun werkgever) voor de financiering van hun promotietraject.

Eerstepromotie.jpg

Mijlpalen

De eerste verdediging van het eerste proefschrift in Tilburg vindt plaats in 1938, elf jaar na de stichting van de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool. De promovendus, Peter van Berkum, wordt kort daarna benoemd tot hoogleraar en is later nog enkele jaren rector magnificus van de rechtsvoorganger van Tilburg Tilburg University. De 1000e promotie vindt plaats in 2002. Promovendus is de in Beijing geboren econometrist Tao Lin. De 2000e promotie vindt plaats in 2013. Promovenda Brigitte Kroon van het departement Human Resource Studies (TSB) wordt na de verdediging van haar proefschrift verrast met champagne.


De eerste promovendus Petrus van Berkum (midden op de foto) in 1933 - bij zijn afstuderen.

Het aantal promovendi is in de laatste decennia een van de indicatoren geworden voor de prestaties van onderzoeksgroepen, faculteiten en universiteiten. Het levert een zekere wetenschappelijke status op, evenals een bedrag per gerealiseerde promotie van 70.000-90.000 euro in hun zogenaamde lumpsum. De sterke toename van promoties is te herleiden tot die financiële prikkel, maar is ook te verklaren uit de komst van het AIO-stelsel in 1986. Dat stelsel biedt een formeel en juridisch kader voor het opleiden van promovendi aan de universiteiten.

Effect AIO-stelsel

Was een promotie tot dan toe iets dat universitair docenten naast hun gewone werk deden, sinds de invoering van het stelsel krijgen promovendi doorgaans vier jaar de tijd om zich op hun promotieonderzoek te richten. Een afgeronde promotie is inmiddels voor de meeste wetenschappelijke functies een benoemingsvoorwaarde. En voor hoogleraren geldt dat hun recht om wetenschappers te promoveren (het ius promovendi) gaandeweg ook een plicht is geworden, althans een taak waarop zij mede wordt beoordeeld.

De 2000e promovendus was, in 2013, Brigitte Kroon van departement Human Resource Studies. Ze werd begeleid door promotoren Jaap Paauwe en Riccardo Peccei.

Promotie2000.jpg

Het aantal promoties per hoogleraar is bij beoordelingen een ‘prestatie-indicator’ geworden. Vanaf 2012 loopt deze ratio op van 0,75 tot 0,93 in 2015. Achter het gemiddelde van bijna één promovendus per hoogleraar per jaar gaat overigens een grote variatie schuil: hoogleraren die geen promovendi en hoogleraren die een bovengemiddeld aantal promovendi afleveren. Emeritus-hoogleraar Sociale Psychologie John Rijsman trad tussen 1980 en 2017 142 keer als promotor op, waarvan 85 keer als eerste promotor. Hoogleraar straf(proces)recht Marc Groenhuijsen en oud-decaan Arie de Ruijter begeleidden respectievelijk 50 en 45 Tilburgse promoties. Historicus en oud-rector Harry van den Eerenbeemt (overleden in 2008) is met 43 promoties vierde in deze ranglijst. De hoogleraren Van Soest, Van de Vijver, Extra, Van Genugten, Van Dijck, Vranken en Ribbers hebben allen meer dan dertig promoties begeleid. Via de universiteitsbibliotheek is een overzicht te vinden van alle promoties, vanaf het eerste uur.

Reglement

In het promotiereglement zijn regels vastgelegd die moeten voorkomen dat kandidaten promoveren die eigenlijk te licht zijn. Naar aanleiding van de Stapel-affaire zijn in het kader van wetenschappelijke integriteit de regels op onderdelen verder aangescherpt. Zo moeten per promotie minimaal twee (co)promotores worden aangewezen, moet de promotiecommissie evenwichtig zijn samengesteld en mogen niet steeds dezelfde hoogleraren in verschillende commissies zitten.

Van een andere orde is de zogenaamde affaire-De Ruijter. Het gaat daarbij niet om wetenschappelijke, maar om financiële ongeregeldheden. De universiteit heeft aangifte gedaan tegen deze oud-decaan. Hij zou promotiegelden hebben gebruikt om externe bedrijven (van familieleden) in te huren voor de begeleiding van promovendi. De zaak krijgt bekendheid door het radioprogramma Argos en De Ruijter wordt kortstondig aangehouden door de FIOD. De afloop van deze zaak is anno 2022 nog niet bekend.

Ook ontstond er ophef over het grote aantal promoties dat werd begeleid door (emeritus) hoogleraar Sociale Psychologie John Rijsman. Het radioprogramma Argos besteedde aandacht aan het feit dat Rijsman 156 promoties begeleidde. Tussen 2010 en 2016 leverde hij 77 promovendi af, overwegend verbonden aan het Amerikaanse TAOS-instituut. Een externe commissie oordeelde dat er procedureel weinig viel aan te merken op de promoties. Over de kwaliteit had de commissie geen oordeel. Het rapport van de commissie was voor de universiteit aanleiding om het promotiereglement op een aantal onderdelen te herzien.