Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Wit, Alfred Samuel de: verschil tussen versies

(Literatuur)
 
(16 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Infobox oorlogsslachtoffers
 
{{Infobox oorlogsslachtoffers
| naam                    = Alfred Samuel de Wit
+
| naam                    = Fred de Wit
 
| afbeelding              = [[Bestand:Wit_Alfred.jpg]]
 
| afbeelding              = [[Bestand:Wit_Alfred.jpg]]
 
| onderschrift            =  
 
| onderschrift            =  
Regel 27: Regel 27:
  
  
 +
'''Wit, Alfred Samuel de''' (Amsterdam 05-04-1911, Auschwitz na 17-07-1942), huisarts. Zoon van Nathan de Wit ((Veghel 06-03-1885– Auschwitz 24-09-1943), handelsreiziger en Henriette Wolf (Veghel 12-06-1884, Auschwitz 24-09-1943). Op 04-10-1937 trouwde hij met Emmy Rosa Hartog (Den Haag 20-11-1913, Haren 10-01-1992). Op 11-04-1939 werd hun dochter Henriette geboren. Fred de Wit is waarschijnlijk in Auschwitz vermoord, na 17-07-1942.
  
'''Wit, Alfred Samuel de''' (Amsterdam 05-04-1911, Auschwitz na 17-07-1942), huisarts. Zoon van Nathan de Wit (1885–1943), handelsreiziger en Henriette Wolf (1884–1943). Gehuwd met Emmy Hartog. Zij kregen een dochter.
+
==Achtergrond==
 +
Alfred Samuel, Freddy of Fred, de Wit wordt op 5 april 1911 in Amsterdam geboren als oudste zoon van Nathan de Wit, handelsreiziger in schoenen en Henriette Wolf. Hij heeft nog twee jongere zussen, Rosa (1913–1943) en Mary (1924–2011). Mary is de enige van het gezin die de Shoah overleeft.<br/>
 +
In de jaren 1920 verhuist het redelijk welgestelde gezin De Wit van Amsterdam naar Den Haag. Na zijn eindexamen hbs in 1928 begint Fred als 17-jarige aan de studie medicijnen in Leiden. Op 17 januari 1936 studeert hij af als arts en met ingang van 1 april 1936 vestigt hij zich als huisarts aan de Spoorlaan 104 in Tilburg. Vanaf februari 1938 houdt hij praktijk aan de Spoorlaan 96<ref>Later Spoorlaan 394, gesloopt in 1966. Nu staat er een kantoorgebouw.</ref> in een huis dat hij huurt van de weduwe Weijers-Enneking. Hij is als arts ook verbonden aan het Burgerlijk Armbestuur. Fred de Wit rijdt paard, tennist, speelt viool en fokt Schotse terriërs. De Wit is ook actief in het Tilburgse verenigingsleven: hij is vicevoorzitter van paardrijvereniging Hippos, fungeert als jurylid bij bridgedrives en is voorzitter van de Tilburgsche Reddingsbrigade. In 1937 is hij ook voorzitter van de Vereniging Achdoeth Tilburg.<ref>Jan A.M. van Eijck, [https://www.historietilburg.nl/wp-content/uploads/Jaargang-31-2013-nummer-3.pdf ‘Freddie de Wit, huisarts in Tilburg 1936-1941. Een jonge Joodse huisarts, een vergeten slachtoffer van de Holocaust.’], in ''Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur'', jrg. 31 (2013), nr. 3, 77–81. Vereniging Achdoeth had als doel om het saamhorigheidsgevoel en gezelligheid in Joodse kring te bevorderen door het organiseren van lezingen etc.</ref>
  
==Achtergrond==
+
Freddy is sinds 1934 verloofd met Emmy Rosa Hartog. Op 4 oktober 1937 trouwen zij in de synagoge in Den Haag. Op 11 april 1939 wordt hun dochter Henriëtte (Jetty) te Tilburg geboren.
Alfred Samuel (Freddy, Fred) de Wit werd op 5 april 1911 in Amsterdam geboren als oudste zoon van Nathan de Wit (Veghel 06-03-1885, Auschwitz 24-09-1943), handelsreiziger in schoenen en Henriette Wolf (Veghel 12-06-1884, Auschwitz 24-09-1943). Hij had nog twee zussen, Rosa (1913–1943) en Mary (1924–2011). Mary was de enige van het gezin die de Shoah overleefde.<br/>Freddy was sinds 1934 verloofd met Emmy Rosa Hartog (Den Haag 20-11-1913, Haren 10-01-1992). Op 4 oktober 1937 trouwden zij in de synagoge in Den Haag. Zij kregen een dochter, Henriëtte (Jetty) (Tilburg 11-04-1939).<br/>
 
In de jaren 1920 was het redelijk welgestelde gezin De Wit van Amsterdam naar Den Haag verhuisd. Na zijn eindexamen hbs in 1928 begon Fred  als 17-jarige aan de studie medicijnen in Leiden. Op 17 januari 1936 studeerde hij af als arts en met ingang van 1 april 1936 vestigde hij zich als huisarts aan de Spoorlaan 104 in Tilburg. Vanaf februari 1938 hield hij praktijk aan de Spoorlaan 96<ref>Later Spoorlaan 394, gesloopt in 1966. Nu staat er een kantoorgebouw.</ref> in een huis dat hij huurde van de weduwe Weijers-Enneking. Hij was als arts ook verbonden aan het Burgerlijk Armbestuur. Fred de Wit reed paard, tenniste, speelde viool en fokte honden (Schotse terriërs).
 
  
 
==Deportatie==
 
==Deportatie==
Op 29 augustus 1939 werd de mobilisatie van het Nederlandse leger afgekondigd. Ook Fred kon als reserve officier-arts een oproep krijgen. In januari 1940 sloot hij tijdelijk zijn praktijk. In mei 1940 nam hij deel aan de strijd om de Grebbeberg. Hij werd waarschijnlijk krijgsgevangen gemaakt maar weer vrijgelaten en kon zijn praktijk op 1 juni weer hervatten. Zijn vrouw Emmy en dochter Jetty waren meteen na de Duitse inval op 10 mei 1940 naar Frankrijk gevlucht, waar ze per schip overstaken naar Engeland.<br/>Fred bleef alleen achter in Tilburg. Met ingang van 1 juni 1941 was het Joodse artsen verboden om niet-Joodse patiënten te behandelen. Al op 24 april 1941 verschijnt er een advertentie in de ''Nieuwe Tilburgsche Courant'' waarin Fred de Wit aankondigt dat hij per 1 mei – met uitzondering van Joodse patiënten – zijn praktijk overdraagt aan de huisarts W. van de Loo. Gezien de geringe omvang van de Joodse gemeenschap in Tilburg was er vanaf dat moment weinig werk voor Fred de Wit en zijn Joodse collega [[Moerel, Salomon Maurits|Salomon Moerel]]. Fred ging toen aan de slag voor de (Joodsche) Coördinatie Commissie (JCC) die in Tilburg een kantoor had aan de Telefoonstraat 5A. De JCC heeft echter slechts kort bestaan.<ref>Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_Raad_voor_Amsterdam</ref> Verder was Fred betrokken bij de oprichting van Joodse scholen die nodig waren omdat vanaf september 1941 Joodse kinderen geen onderwijs meer mochten volgen op reguliere scholen.<br/>Begin december 1941 deed Fred de Wit een poging om per schip Engeland te bereiken om zich te kunnen verenigen met zijn vrouw en dochter. Ook [[Polak, Bertram|Bertram Polak]], [[Spier, Franz Robert|Franz Robert Spier]] en [[Spier-Bendien, Justine Leonie|Justine Spier-Bendien]] die met Fred bevriend waren, wilden naar Engeland waar familie al op hun wachtte. Er bleek echter verraad in het spel. Het viertal werd gearresteerd; geen van hen overleefde de Shoah.<br/>Op 9 december 1941 zijn ze alle vier gevangen gezet in de strafgevangenis in Scheveningen, het ''Oranjehotel''. Fred de Wit en beide andere mannen kwamen vervolgens terecht in het ''Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort''. Op 16 juli 1942 is Fred de Wit overgebracht naar Westerbork en van daar gedeporteerd naar Auschwitz. Hij was geselecteerd voor tewerkstelling met als matriculenummer (registratienummer) 48459. Zijn exacte overlijdensdatum is niet bekend. Vermoedelijk is hij uiterlijk september 1942 in of in de omgeving van Auschwitz omgekomen.<ref>In ''Het leven gebroken'' van De Beer en Kobes staat op pag. 37 dat Alfred Samuel de Wit in Bergen-Belsen is overleden. Ook het verslag van de Oorlogsgravenstichting noemt Bergen-Belsen als plaats van overlijden.</ref> Fred de Wit werd 31 jaar.
+
Op 29 augustus 1939 wordt de mobilisatie van het Nederlandse leger afgekondigd. Ook Fred kan als reserve officier-arts een oproep krijgen. In januari 1940 sluit hij tijdelijk zijn praktijk. In mei 1940 neemt hij deel aan de strijd om de Grebbeberg. Hij is waarschijnlijk krijgsgevangen gemaakt maar weer vrijgelaten en kan zijn praktijk op 1 juni weer hervatten. Zijn vrouw Emmy en dochter Jetty zijn meteen na de Duitse inval op 10 mei 1940 naar Frankrijk gevlucht, waar ze per schip oversteken naar Engeland.
 +
 
 +
Fred blijft alleen achter in Tilburg. Met ingang van 1 juni 1941 is het Joodse artsen verboden om niet-Joodse patiënten te behandelen. Al op 24 april 1941 verschijnt er een advertentie in de ''Nieuwe Tilburgsche Courant'' waarin Fred de Wit aankondigt dat hij per 1 mei – met uitzondering van Joodse patiënten – zijn praktijk overdraagt aan de huisarts W. van de Loo. Gezien de geringe omvang van de Joodse gemeenschap in Tilburg is er vanaf dat moment weinig werk voor De Wit en zijn Joodse collega [[Moerel, Salomon Maurits|Salomon Moerel]]. Fred gaat dan aan de slag voor de (Joodsche) Coördinatie Commissie (JCC) die in Tilburg een kantoor heeft aan de Telefoonstraat 5A. De JCC bestaat echter slechts kort.<ref>Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_Raad_voor_Amsterdam</ref> Verder is Fred betrokken bij de oprichting van Joodse scholen die nodig zijn omdat vanaf september 1941 Joodse kinderen geen onderwijs meer mogen volgen op reguliere scholen.<br/>
 +
 
 +
Begin december 1941 deed De Wit een poging om per schip Engeland te bereiken om zich te kunnen verenigen met zijn vrouw en dochter. Ook [[Polak, Bertram|Bertram Polak]], [[Spier, Franz Robert|Franz Robert Spier]] en [[Spier-Bendien, Justine Leonie|Justine Spier-Bendien]] die met Fred bevriend waren, wilden naar Engeland waar familie al op hun wachtte. Op 9 december reizen ze met de trein naar Den Haag.<ref>Joden mochten toen nog reizen.</ref> Daar worden ze opgewacht door twee Haagse agenten en de SD-er Kurt Bläse. Ze zijn in de val gelokt door het duo Willy Kramer en Jacoba Menso.<ref>Willy Kramer (Den Haag 1908, Venray 1943) en Jacoba Menso (Den Haag 1904, 1970).</ref> ''De werkzaamheden van het ijverige duo leidden tot de arrestatie van een groot aantal leden van de Tilburgse Oranje Garde (...) het uitleveren van een aantal Engelse piloten en (Joodse) onderduikers. Deze laatste slachtoffers werden in de val gelokt met een zogenaamde vlucht naar Engeland. Hiervoor moesten zij flinke bedragen neertellen. (...) Onderweg werden zij vervolgens aangehouden, gearresteerd en uitgeleverd aan de Gestapo. Geen van de Joodse personen heeft het overleefd.''<ref>Zie Brouwer (2022), 111, 112.</ref> Het viertal wordt overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen (‘Oranjehotel’). Op de muren van cel 362 zijn hun namen ingekrast: ‘Spier 9-12-’41’, ‘Polak 9-12-’41’, ‘De Wit 9-12-’41 Scheveningen’, ‘Mevr. Spier-Bendien 9-12-’41’, ‘Spier 2-4-’42 transport-???’<br/>
 +
 
 +
Op 2 februari 1942 zijn de drie mannen overgebracht naar Kamp Amersfoort (''Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort'') waar ze voortdurend mishandeld worden, te weinig voedsel krijgen en dwangarbeid moeten verrichten in het zogeheten 'Judenkommando'. Op 16 juli 1942 gaan ze op transport naar Auschwitz. Vermoedelijk gaat de trein eerst naar het Drentse station Hooghalen om daar gevangenen uit Westerbork op te pikken.<ref>Pas in oktober 1942 kwam de spoorlijn van Hooghalen naar het vijf kilometer verderop gelegen Westerbork tot stand.</ref> Al de volgende dag, 17 juli, komt de trein in Auschwitz aan.<ref>Die datum is vermoedelijk incorrect. Er is gesuggereerd dat de registratie van gevangenen in Auschwitz toen plaatsvond voordat de trein uit Westerbork vertrok. Dat is ook meer in overeenstemming met het feit dat de reis ongeveer veertig uur duurde. Gewoonlijk deed de trein twee dagen over het traject Westerbork–Auschwitz.</ref>Fred de Wit wordt geselecteerd als ‘arbeitsfähig’ met ''Häftling Nummer'' (matriculation number) 48459 (getatoeëerd op de rechter onderarm) en komt in Birkenau (ook wel bekend als ‘Auschwitz II’) terecht waar hij dwangarbeid verricht. Zijn exacte overlijdensdatum is niet bekend. Vermoedelijk is hij uiterlijk september 1942 in of in de omgeving van Auschwitz omgekomen. Als 'officiële' overlijdensdatum wordt 17 juli 1942 aangehouden, de dag waarop hij in Auschwitz aankomt. Fred de Wit werd 31 jaar.<ref>In ''Het leven gebroken'' van De Beer en Kobes staat op pag. 37 dat Alfred Samuel de Wit in Bergen-Belsen is overleden. Ook het verslag van de Oorlogsgravenstichting noemt Bergen-Belsen als plaats van overlijden.</ref> Fred de Wit werd 31 jaar.<ref>Ook Bobby Spier en Betram Polak komen in Birkenau terecht. Ze zijn hoogstwaarschijnlijk op 17 augustus 1942 vergast. Tineke Spier-Bendien is op 28 september 1942 als politieke gevangene van Scheveningen naar Ravensbrück gedeporteerd en vervolgens naar Mauthausen. Daar komt zij op 19 maart 1945 om het leven. </ref>
  
 
==Gebeurtenis==
 
==Gebeurtenis==
Regel 41: Regel 48:
  
 
==Struikelsteen==
 
==Struikelsteen==
Omdat het huis van Fred de Wit niet meer bestaat, is ervoor gekozen om de struikelsteen in de Helga Deentuin te leggen, naast de synagoge aan de Willem II–straat.
+
Omdat het huis van Fred de Wit niet meer bestaat, is ervoor gekozen om de struikelsteen in de [[Helga_Deentuin_(Tilburg)|Helga Deentuin]] te leggen, naast de synagoge aan de Willem II–straat.
  
 
==Bronnen==
 
==Bronnen==
Regel 51: Regel 58:
 
* Ad de Beer en Gerrit Kobes, ''Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen'', Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
 
* Ad de Beer en Gerrit Kobes, ''Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen'', Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
 
* J. Bader, ''Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken'' (Soesterberg 2018).
 
* J. Bader, ''Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken'' (Soesterberg 2018).
* Arnoud-Jan Bijsterveld, ‘Gedenkteken voor slachtoffers en overlevenden. Het verhaal achter de ‘struikelsteen’ voor Bertram Polak (1918-1942)’, in ''Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur'', jrg. 29 (2011), nr. 1, 3–14.
+
* Arnoud-Jan Bijsterveld, [https://historietilburg.nl/wp-content/uploads/Jaargang-29-2011-nummer-1.pdf ‘Gedenkteken voor slachtoffers en overlevenden. Het verhaal achter de ‘struikelsteen’ voor Bertram Polak (1918-1942)’], in ''Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur'', jrg. 29 (2011), nr. 1, 3–14.
 
* Arnoud-Jan Bijsterveld, ''House of Memories: Uncovering the Past of a Dutch Jewish Family,'' (Hilversum 2016).
 
* Arnoud-Jan Bijsterveld, ''House of Memories: Uncovering the Past of a Dutch Jewish Family,'' (Hilversum 2016).
 
* Arnoud-Jan Bijsterveld, ''Ons huis. Op zoek naar een Joodse familie in Tilburg,'' (Hilversum 2020).
 
* Arnoud-Jan Bijsterveld, ''Ons huis. Op zoek naar een Joodse familie in Tilburg,'' (Hilversum 2020).
* Jan A.M. van Eijck, ‘Freddie de Wit, huisarts in Tilburg 1936-1941. Een jonge Joodse huisarts, een vergeten slachtoffer van de Holocaust.’ in ''Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur'', jrg. 31 (2013), nr. 3, 77–81.
+
* Florntine Brouwer, ''Een ghetrouwe helt. Kees van Holst Pellekaan (1922-1942)'' (Den Haag 2022).
 +
* Jan A.M. van Eijck, [https://www.historietilburg.nl/wp-content/uploads/Jaargang-31-2013-nummer-3.pdf ‘Freddie de Wit, huisarts in Tilburg 1936-1941. Een jonge Joodse huisarts, een vergeten slachtoffer van de Holocaust.’], in ''Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur'', jrg. 31 (2013), nr. 3, 77–81.
  
 
==Externe links==
 
==Externe links==
 
* [https://www.joodsmonument.nl/nl/page/122535/alfred-samuel-de-wit  Joods Monument]
 
* [https://www.joodsmonument.nl/nl/page/122535/alfred-samuel-de-wit  Joods Monument]
 +
* [https://www.namenennummers.nl/name/83831/alfred-samuel-de-wit Namen en Nummers Alfred Samuel de Wit]
 +
* [https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Alfred-Samuel-de-Wit/01/94985 Alfred Samuel de Wit op Oorlogsbronnen.nl]
 +
* [https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/172543A/file/NL-HaNA_2.19.255.01_172543A_0001 Persoonsdossier Oorlogsgravenstichting]
 
* [https://collections.arolsen-archives.org/archive/130401393/?p=1&s=alfred%20de%20wit&doc_id=130401393  Arolsen Archives 1]
 
* [https://collections.arolsen-archives.org/archive/130401393/?p=1&s=alfred%20de%20wit&doc_id=130401393  Arolsen Archives 1]
 
* [https://collections.arolsen-archives.org/archive/130401393/?p=1&s=alfred%20de%20wit&doc_id=130582457  Arolsen Archives 2]
 
* [https://collections.arolsen-archives.org/archive/130401393/?p=1&s=alfred%20de%20wit&doc_id=130582457  Arolsen Archives 2]
* [https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/172543A/file/NL-HaNA_2.19.255.01_172543A_0001 Oorlogsgravenstichting]
 
  
 
==Noten==
 
==Noten==
  
 +
[[Categorie:Oorlogsslachtoffers_Tilburg]]
 
[[Categorie:Omgebrachte_Joodse_Tilburgers]]
 
[[Categorie:Omgebrachte_Joodse_Tilburgers]]
[[Categorie:Oorlogsslachtoffers_Tilburg]]
 

Huidige versie van 21 mrt 2023 om 09:40

Fred de Wit
Wit Alfred.jpg
Volledige namen Alfred Samuel de Wit
Geboortedatum 05-04-1911
Geboorteplaats Amsterdam
Adres Spoorlaan 96
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Emmy Rosa Hartog
Beroep arts
Overlijdensdatum na 17-07-1942
Plaats van overlijden Auschwitz (PL)

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden. Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Wit, Alfred Samuel de (Amsterdam 05-04-1911, Auschwitz na 17-07-1942), huisarts. Zoon van Nathan de Wit ((Veghel 06-03-1885– Auschwitz 24-09-1943), handelsreiziger en Henriette Wolf (Veghel 12-06-1884, Auschwitz 24-09-1943). Op 04-10-1937 trouwde hij met Emmy Rosa Hartog (Den Haag 20-11-1913, Haren 10-01-1992). Op 11-04-1939 werd hun dochter Henriette geboren. Fred de Wit is waarschijnlijk in Auschwitz vermoord, na 17-07-1942.

Achtergrond

Alfred Samuel, Freddy of Fred, de Wit wordt op 5 april 1911 in Amsterdam geboren als oudste zoon van Nathan de Wit, handelsreiziger in schoenen en Henriette Wolf. Hij heeft nog twee jongere zussen, Rosa (1913–1943) en Mary (1924–2011). Mary is de enige van het gezin die de Shoah overleeft.
In de jaren 1920 verhuist het redelijk welgestelde gezin De Wit van Amsterdam naar Den Haag. Na zijn eindexamen hbs in 1928 begint Fred als 17-jarige aan de studie medicijnen in Leiden. Op 17 januari 1936 studeert hij af als arts en met ingang van 1 april 1936 vestigt hij zich als huisarts aan de Spoorlaan 104 in Tilburg. Vanaf februari 1938 houdt hij praktijk aan de Spoorlaan 96[1] in een huis dat hij huurt van de weduwe Weijers-Enneking. Hij is als arts ook verbonden aan het Burgerlijk Armbestuur. Fred de Wit rijdt paard, tennist, speelt viool en fokt Schotse terriërs. De Wit is ook actief in het Tilburgse verenigingsleven: hij is vicevoorzitter van paardrijvereniging Hippos, fungeert als jurylid bij bridgedrives en is voorzitter van de Tilburgsche Reddingsbrigade. In 1937 is hij ook voorzitter van de Vereniging Achdoeth Tilburg.[2]

Freddy is sinds 1934 verloofd met Emmy Rosa Hartog. Op 4 oktober 1937 trouwen zij in de synagoge in Den Haag. Op 11 april 1939 wordt hun dochter Henriëtte (Jetty) te Tilburg geboren.

Deportatie

Op 29 augustus 1939 wordt de mobilisatie van het Nederlandse leger afgekondigd. Ook Fred kan als reserve officier-arts een oproep krijgen. In januari 1940 sluit hij tijdelijk zijn praktijk. In mei 1940 neemt hij deel aan de strijd om de Grebbeberg. Hij is waarschijnlijk krijgsgevangen gemaakt maar weer vrijgelaten en kan zijn praktijk op 1 juni weer hervatten. Zijn vrouw Emmy en dochter Jetty zijn meteen na de Duitse inval op 10 mei 1940 naar Frankrijk gevlucht, waar ze per schip oversteken naar Engeland.

Fred blijft alleen achter in Tilburg. Met ingang van 1 juni 1941 is het Joodse artsen verboden om niet-Joodse patiënten te behandelen. Al op 24 april 1941 verschijnt er een advertentie in de Nieuwe Tilburgsche Courant waarin Fred de Wit aankondigt dat hij per 1 mei – met uitzondering van Joodse patiënten – zijn praktijk overdraagt aan de huisarts W. van de Loo. Gezien de geringe omvang van de Joodse gemeenschap in Tilburg is er vanaf dat moment weinig werk voor De Wit en zijn Joodse collega Salomon Moerel. Fred gaat dan aan de slag voor de (Joodsche) Coördinatie Commissie (JCC) die in Tilburg een kantoor heeft aan de Telefoonstraat 5A. De JCC bestaat echter slechts kort.[3] Verder is Fred betrokken bij de oprichting van Joodse scholen die nodig zijn omdat vanaf september 1941 Joodse kinderen geen onderwijs meer mogen volgen op reguliere scholen.

Begin december 1941 deed De Wit een poging om per schip Engeland te bereiken om zich te kunnen verenigen met zijn vrouw en dochter. Ook Bertram Polak, Franz Robert Spier en Justine Spier-Bendien die met Fred bevriend waren, wilden naar Engeland waar familie al op hun wachtte. Op 9 december reizen ze met de trein naar Den Haag.[4] Daar worden ze opgewacht door twee Haagse agenten en de SD-er Kurt Bläse. Ze zijn in de val gelokt door het duo Willy Kramer en Jacoba Menso.[5] De werkzaamheden van het ijverige duo leidden tot de arrestatie van een groot aantal leden van de Tilburgse Oranje Garde (...) het uitleveren van een aantal Engelse piloten en (Joodse) onderduikers. Deze laatste slachtoffers werden in de val gelokt met een zogenaamde vlucht naar Engeland. Hiervoor moesten zij flinke bedragen neertellen. (...) Onderweg werden zij vervolgens aangehouden, gearresteerd en uitgeleverd aan de Gestapo. Geen van de Joodse personen heeft het overleefd.[6] Het viertal wordt overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen (‘Oranjehotel’). Op de muren van cel 362 zijn hun namen ingekrast: ‘Spier 9-12-’41’, ‘Polak 9-12-’41’, ‘De Wit 9-12-’41 Scheveningen’, ‘Mevr. Spier-Bendien 9-12-’41’, ‘Spier 2-4-’42 transport-???’

Op 2 februari 1942 zijn de drie mannen overgebracht naar Kamp Amersfoort (Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort) waar ze voortdurend mishandeld worden, te weinig voedsel krijgen en dwangarbeid moeten verrichten in het zogeheten 'Judenkommando'. Op 16 juli 1942 gaan ze op transport naar Auschwitz. Vermoedelijk gaat de trein eerst naar het Drentse station Hooghalen om daar gevangenen uit Westerbork op te pikken.[7] Al de volgende dag, 17 juli, komt de trein in Auschwitz aan.[8]Fred de Wit wordt geselecteerd als ‘arbeitsfähig’ met Häftling Nummer (matriculation number) 48459 (getatoeëerd op de rechter onderarm) en komt in Birkenau (ook wel bekend als ‘Auschwitz II’) terecht waar hij dwangarbeid verricht. Zijn exacte overlijdensdatum is niet bekend. Vermoedelijk is hij uiterlijk september 1942 in of in de omgeving van Auschwitz omgekomen. Als 'officiële' overlijdensdatum wordt 17 juli 1942 aangehouden, de dag waarop hij in Auschwitz aankomt. Fred de Wit werd 31 jaar.[9] Fred de Wit werd 31 jaar.[10]

Gebeurtenis

Struikelsteen

Omdat het huis van Fred de Wit niet meer bestaat, is ervoor gekozen om de struikelsteen in de Helga Deentuin te leggen, naast de synagoge aan de Willem II–straat.

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

Externe links

Noten

  1. Later Spoorlaan 394, gesloopt in 1966. Nu staat er een kantoorgebouw.
  2. Jan A.M. van Eijck, ‘Freddie de Wit, huisarts in Tilburg 1936-1941. Een jonge Joodse huisarts, een vergeten slachtoffer van de Holocaust.’, in Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 31 (2013), nr. 3, 77–81. Vereniging Achdoeth had als doel om het saamhorigheidsgevoel en gezelligheid in Joodse kring te bevorderen door het organiseren van lezingen etc.
  3. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_Raad_voor_Amsterdam
  4. Joden mochten toen nog reizen.
  5. Willy Kramer (Den Haag 1908, Venray 1943) en Jacoba Menso (Den Haag 1904, 1970).
  6. Zie Brouwer (2022), 111, 112.
  7. Pas in oktober 1942 kwam de spoorlijn van Hooghalen naar het vijf kilometer verderop gelegen Westerbork tot stand.
  8. Die datum is vermoedelijk incorrect. Er is gesuggereerd dat de registratie van gevangenen in Auschwitz toen plaatsvond voordat de trein uit Westerbork vertrok. Dat is ook meer in overeenstemming met het feit dat de reis ongeveer veertig uur duurde. Gewoonlijk deed de trein twee dagen over het traject Westerbork–Auschwitz.
  9. In Het leven gebroken van De Beer en Kobes staat op pag. 37 dat Alfred Samuel de Wit in Bergen-Belsen is overleden. Ook het verslag van de Oorlogsgravenstichting noemt Bergen-Belsen als plaats van overlijden.
  10. Ook Bobby Spier en Betram Polak komen in Birkenau terecht. Ze zijn hoogstwaarschijnlijk op 17 augustus 1942 vergast. Tineke Spier-Bendien is op 28 september 1942 als politieke gevangene van Scheveningen naar Ravensbrück gedeporteerd en vervolgens naar Mauthausen. Daar komt zij op 19 maart 1945 om het leven.