Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Medicinae doctor

In het begin van de 19e eeuw was er in de medische wereld nog duidelijk sprake van 3 aparte beroepsgroepen. De vroedvrouw bedreef de verloskunde, chirurgijns de uitwendige heelkunde en de inwendige geneeskunde was het terrein van de medicinae doctor. In de steden was dit onderscheid het duidelijkst, maar in de dorpen waren bij gebrek aan goed opgeleide medicinae doctors de chirurgijns werkzaam op alle 3 genoemde gebieden. De chirurgijns waren lid van een eigen gilde, en binnen de gildestructuur nam de praktijkopleiding van eigen bekwame leden een belangrijke rol in. Na een vierjarige praktijkopleiding met examen kreeg de nieuwe meesterchirurgijn het recht zich te vestigen als hele of halve vrije meester. Het onderscheid halve of hele vrije meester bestond uit de toevoeging van o.a. het barbierschap. De in hoger aanzien staande geneesheren, ook wel medicinae doctors genoemd, hadden hun opleiding genoten aan een medische faculteit van een hogeschool. Leiden, Harderwijk, Utrecht, Franeker of Groningen. Ook Leuven had veel Brabantse studenten. De studie werd afgesloten met een promotie, dissertatie in het latijn. Het stadsbestuur gaf toestemming tot vestiging. Na 1801 kwam er een kentering in de organisatie van de medische wereld. De Provinciale Commissies van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt worden ingesteld. Deze commissies houden toezicht op de medische beroepsgroep. Nieuwe leden van de verschillende medische takken moeten een examen afleggen voor de commissie. Aanvankelijk is het nog verboden de medische disciplines gecombineerd uit te voeren maar in 1838 wordt dit verbod opgeheven. Zo is Jacobus de la Geneste afgestudeerd in alle drie de disciplines. Na zijn benoeming tot dorpsdokter in 1836 volgt in 1848 de benoeming tot vroedmeester.
Elk jaar publiceert de Provinciale Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt een zogenaamde lijst met beoefenaren der geneeskunst. Publicatie vindt plaats in het Provinciaal Blad. Alle gemeenten krijgen dit Provinciaal Blad toegestuurd..Zie Provinciaal Blad
Tevens staat in het Provinciaal Blad een aantal voorwaarden waaraan de verschillende medische beroepsgroepen moeten voldoen. Welke medicijnen moet een plattelandsdokter bij zich hebben en over welk instrumentarium moet hij beschikken.
Volgens de regels der wet moet Jacobus de la Geneste dus de volgende middelen en werktuigen in zijn dokterstas gehad hebben

Lijst der geneesmiddelen en werktuigen, welke de hiervoor gemelde Geneeskunst Oefenaren ten platte Lande, ..........,verpligt zijn schouwbaar voor handen te hebben.

Medicijnlijst pag 25.jpg Medicijnlijst pag 26.jpg Medicijnlijst 27.jpg Medicijnlijst 28.jpg Medicijnlijst 29.jpg Medicijnlijst 30.jpg Gereedschappenlijst 31.jpg


Vroedkundige werktuigen

Vroedkundige werktuigen 31.jpg Vroedkundige werktuigen 32.jpg

bron:Provinciaal Blad Noord-Braband jaargang 1849.

Salaris

DSC09479.JPG

De jaarwedde van Jacobus de la Geneste bedraagt vanaf aanvang contract f. 100,-. Daar bovenop komt een betaling per behandeling, hetzij te betalen door de patiënt hetzij door de gemeentekas. In het contract van de opvolger van Jacobus de la Geneste, Petrus Vossen, staan enkele normeringen en tarieven vermeld. Vermoedelijk heeft zijn voorganger een vergelijkbaar contract gehad.zie contract
Er is sprake van verschillende tarieven: voor de gegoeden stand vijftig cents per visite, de mingegoeden dertig cents en de armen krijgen gratis behandeling. De geneesmiddelen worden voor de armen betaald uit de gemeentekas. Hiervoor was wel toestemming van de burgemeester nodig.

Voor zijn functie van vroedmeester ontvangt Jacobus de la Geneste bovendien nog f. 80,-. Per verlossing zal een beloning van ongeveer 3 gulden staan. Gemiddeld betekent dit een extra inkomsten van f. 100,- gezien de jaarlijkse geboortegroei van Leende in die jaren omstreeks 35 is.


Twee rekeningen van dorpsdokter Jacobus de la Geneste.

rekening Catharina Kreuger 1865
rekening Daniel Schoondermark 1866



bron:Gemeentearchief Leende A0266-1073

terug