Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

19 De Tolberg

De Tolberg
Odenhout kaart 19 Tolberg.jpg
Vroegste vermelding 1423
Vroegst bekende eigenaar Zeger van Kuijc


19 De Tolberg
18.1 oude bosschebaan 20.jpg
Aquarel van de inmiddels gesloopte boerderij aan de Oude Bosschebaan 20, destijds eigendom van de familie Kuijpers-van Strijdhoven.
19 De Tolberg
18.3 zandkantse kerkpad nabij de giersbergsesteeg.jpg
Van het tracé van de Zankantse kerkpad is het gedeelte van de Giersbergsesteeg richting de Zandleij nog herkenbaar in het landschap.

Beschrijving van de hoeve


Deze hoeve ligt aan de Oude Bossche Baan naast de hoeve van Coudewater. Het toponiem Tolberch is al heel oud. De vroegste vermelding staat nu op 1443. In de bronnen wordt een groot gebied bij de Bosschebaan aangeduid met dit toponiem. Dat maakt de exacte plaatsbepaling extra lastig. Een akte uit 1495 spreekt over de Hemelrijksche hoeve van Nicolaes Post aenden tolberch, tussen het [17 Het Broek van Giersbergen|Giersbergs broek]] en de Gommelsestraat. Bovendien staat er ook vaak als plaatsaanduiding aen die woutsijde of aent sant. Het toponiem Tolberch wordt zelfs gebruikt als plaatsaanduiding van een hoeve die een stuk westelijker ligt, tegenwoordig bekend als [14 De Knijperij|de Knijperij]].

De kinderen van wijlen Zegher van Cuijck, genaamd Gherijt, Wouter, Hubrecht, Bartholomeus ende Erijt en Zegher en Kerstijn en Peter, verkopen in 1423 het eikenhout dat op hun bezit staat in Udenhout achter het woud, waar Zegher van Cuijck woonde toen hij nog leefde. De koper van het eikenhout, Jan Lambrechts vander Rijt, belooft de koopsom in twee termijnen te betalen op Sint-Jansavond in de zomer en op Sint-Remeijs. Hij zal dat komen betalen in Udenhout after dwout tot horen huus. Als bij het rooien van de bomen schade ontstaat aan huis of andere gebouwen moet de koper dat vergoeden. In 1430 verkoopt Bartholomeeus Zeger van Kuijc zijn deel in landerijen in Udenhout aan zijn broer Gerard. In deze akte staat een nadere plaatsaanduiding genoemd. Vermoedelijk gaat het in deze akte om de hoeve aan de Oude Bosschebaan, nu huisnummer 20-20A. In 1436 koopt Gerit Zegers van Kuijc twee bunder land van Peter Jacob Steenwech. Dit perceel maakte deel uit van de het bezit van zijn vader Jacob Steenwech. Waarschijnlijk is dat perceel toegevoegd aan de goederen die hij daar aan de Zandkant al bezat. In 1494 bezit Cornelis Willem die Canter deze landerijen die onder andere bestaan uit een huis, hof en erf. Zijn eerste vrouw Elisabeth, dochter van Gerard Zeger van Kuijc, is dan al overleden. In de akte belooft hij, samen met zijn zoon Andries uit dat huwelijk, een pacht te blijven betalen. Nu staan de buren van de hoeve genoemd: aan de ene kant het convent van Mariënwater (Coudewater) en de straat (Oude Bosschebaan) en van een waterlaat (Zandleij) tot aan het bezit van Henrick vanden Nieuwenhuijze.

In 1524 is Cornelis Willem die Canter overleden. Zijn tweede vrouw Christina Willem Piggen en hun kinderen gaan de bezittingen verdelen. In eerste instantie gaat alles naar de weduwe die het vervolgens in vol eigendom overdraagt aan haar kinderen Jan, Wouter en Adriaen en haar kleinkind Antonis, zoon van de overleden Wouter. De kinderen dragen dan de hoeve over aan hun broer Adriaen Cornelis Willem die Canter. De boerderij ligt in Udenhout aen tsant en bestaat uit huis, tuin en schuur met een erf. Bij de buren komt ook de stiefzoon Andries Cornelis Canters voor. Die heeft natuurlijk ook een deel van het bezit van zijn vader gekregen. Die deling is nog niet in de bronnen teruggevonden. Er waren vier percelen, een met de boerderij, dan nog een perceel van ongeveer negen lopen, de twee bunder uit 1436 zijn inmiddels aangegroeid tot 3 bunder en er is nog een heiveld in Helvoirt. In 1534 dragen de erfgenamen van Andries Cornelis de Canter hun bezit over aan Jan Cornelis de Canter, zijn halfbroer. Jan trouwt met Bartholomea, de dochter van Gijsbert Jan Hessels. Zijn schoonvader Gijsbert Hessels heeft ook bezittingen in deze buurt liggen bij het convent van Coudewater. Door dit huwelijk komen zowel percelen van de ene hoeve als van de andere in bezit van Jan Canters. In de bronnen wordt het daardoor moeilijk om ze uit elkaar te houden. Dat verklaart mogelijk ook dat tussen de landerijen van deze hoeve ook percelen liggen die eigendom zijn van het klooster van Coudewater.

De cijnsregisters van de hertog bieden voor deze hoeve niet veel extra informatie. In de akte van 1524 is sprake van een hertogcijns van 13 stuivers, dus er rust wel een cijns op de hoeve. Die cijns zien we niet terug in de registers. In 1340 betaalt Gerardus de Kuijc 18 nieuwe penningen cijns en nog een penning voor een perceel over de straat. In 1380 is die cijns nog steeds genoemd, nu betaald door zijn weduwe en hun kinderen. In het cijnsregister van 1448 is deze post niet meer terug te vinden. De nazaten van Gerard van Kuijc betalen nu een hele rits aan cijnzen, zowel oude als nieuwe schellingen en penningen. Een relatie met de oude post uit 1340 is er niet meer.

In de 17de eeuw is deze hoeve in bezit van Jan Adriaen Cornelis van Gorcum. Een eventuele relatie met de familie Canters is nog niet uit de bronnen naar voren gekomen.


Zandkantse Kerkpad


Op de zogenaamde wegenlegger uit 1872 is te zien dat tussen de oude boerderij Oude Bosschebaan 20 en de vlak erachter gelegen schuur en een kerkpad liep. Het was het zogenaamde Zandkantse Kerkpad. Dat pad begon in de buurt van de forellenvijver, liep achter de boerderij van Kuijpers, langs Oude Bosschebaan 23, vervolgens achter het oude molenhuis en de Zandkantse molen (Oude Bosschebaan 21) om vervolgens dwars door het bos en na de Giersbergsesteeg gekruist te hebben uit te komen op de Gommelsestraat, ongeveer 200 meter achter café ’t Gommelen. Net voordat het kerkpad de Zandleij kruiste was een aftakking naar een pad dat liep tussen de boerderijen Oude Bosschebaan 15 en 16.


Huidige bewoning


Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woningen Oude Bosschebaan 20.


Bronvermeldingen


Regionaal Archief Tilburg, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 144 f. 76 (1423); inv.nr. 147 f. 37 (1430); inv.nr. 228 f. 29v (1524); inv.nr. 238 f. 24 (1534).
Regionaal Archief Tilburg, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv. nr. 496 f 158v- 165v (1788); inv. nr. 356 f 6-11 en 21v-22v (1662); inv. nr. 353 f 39v-40v (1659); inv.nr. 368 f I-38-42v (1674); inv. nr. 357 f I-18 (1663).
Regionaal Archief Tilburg, Notariële archieven van Udenhout, 1803-1935, inv. nr. 3 akte 280 (1812); inv.nr. 193, akte 99 (1930).
Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1206 f. 86 (1436); 1213 f. 255v (1443); 1265 f. 113v (1495); inv.nr. 1263 f. 190-190v (1494).
Smulders, F., (1957). De Tolberg te Udenhout. De Kleine Meijerij, 11(3), 26.
- Toelichting cijnsregister.