Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Tuinbouwbond

Tuinbouwbond
Tuinbouwvereniging.JPG
De tuinbouwvereniging op reis in 1958.

Op de algemene vergadering van de Boerenbond in mei 1947 kwam het voorstel tot oprichting van een plaatselijke tuinbouwbond ter sprake. Het doel van zo’n plaatselijke tuinbouwvereniging was de bundeling van afzet van producten via een plaatselijke vereniging naar een regionale Coöperatieve Veilingvereniging om zo bij een goed georganiseerd aanbod tot een goede prijsvorming te komen. Op die oprichtingsvergadering raadde men aan spruiten te telen en asperges, vroege aardappelen en witlof, maar ook zacht fruit als aardbeien, frambozen en bessen en verder nog kersen, appels en peren. Op de achtergrond speelde heel duidelijk mee, dat er op de boerenbedrijven toen een overschot was aan arbeidskrachten en dat voor het bedrijven van tuinbouw in vergelijking met akkerbouw of veehouderij relatief weinig grond nodig was. Toen in 1967 een reorganisatie van het veilingwezen plaatsvond, dienden alle tuinders rechtstreeks lid te worden van de nieuwe Veilingvereniging en de tussenschakel van de plaatselijke afdeling kwam hiermee te vervallen.