Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Sikkenga - Bezems, Petronella Maria Elizabeth

Lies Sikkenga-Bezems
Lies sikkenga.jpg
Volledige namen Petronella Maria Elisabeth Sikkenga-Bezems
Geboortedatum 28-05-1896
Geboorteplaats Gilze
Adres Plein
Woonplaats Gilze
Burgerlijke staat gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Berend Sikkenga
Beroep kruidenierster en slijter
Overlijdensdatum 05-07-1944
Plaats van overlijden Gilze
Bijzonderheden omgekomen bij bombardement

Kun je het levensverhaal van dit oorlogsslachtoffer aanvullen? Of heb je een foto gevonden die we kunnen digitaliseren? Op de hoofdpagina van portaal Gilze en Rijen zie je hoe te reageren. Wij nemen graag contact met je op!


Petronella, 'Lies', Maria Elisabeth, (geb. Gilze 28-05-1896 - gest. Gilze 05-07-1944). Dochter van Johannes Baptist Bezems (1869-1936), voerman, en Louisa Gerardina de Haas (1864-1923). Getrouwd met Berend Sikkenga (1893-1971), voerman, met wie zij twaalf kinderen kreeg: Wies (1922-2000), Annie (1923-1924), Jan (1925-2015), Trees (1927-1944), Annie (1928-1944), Bert (1930-1994), Kees (1932-1944), Jos (1934-1944), Harrie (1935-1944), doodgeboren tweelingzusje van Ria (1936-1936), Ria (1936-1937), Tonnie (1938-1944).

Achtergrond

Lies Bezems werd in 1896 in Gilze geboren als dochter van Johannes Baptist Bezems en Louisa Gerardina de Haas. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de soldaat Berend Sikkenga uit Uithuizermeden (Groningen) ingekwartierd in het huis van de familie Bezems in Gilze. Berend verhuisde naar Ginneken waar hij onder andere werk vond als magazijnknecht. Lies en Berend bleven contact houden en zij trouwden op 1 juni 1921. Na hun huwelijk bleven zij nog enige tijd in Ginneken wonen. Al snel werd daar hun eerste dochtertje Louisa geboren. Op 3 mei 1923 verhuisde het jonge gezin naar Gilze en gingen inwonen bij de vader van Lies. Vader Bezems had een transportbedrijf en Berend ging met hem samen werken. Op 14 augustus 1923 werd hun tweede dochtertje geboren, maar dat meisje (Anna) overleed, nog geen jaar oud, op 26 maart 1924. Gelukkig werden daarna enkele gezonde kinderen geboren, maar in 1936 was er weer veel verdriet. Op 25 augustus beviel Lies van een tweeling: een van de kindjes was levenloos, het andere meisje stierf alsnog 7 maanden later op 30 maart 1937. Terwijl Berend de kost verdiende als taxichauffeur en ziekenvervoerder, had Lies haar kruidenierswinkel annex slijterij. Dochters Trees (1927) en Annie (1928) hielpen haar al op jonge leeftijd in de winkel en in het huishouden. Op 5 juli 1944 om 9.00 uur sloeg het noodlot definitief toe. Lies was samen met haar jongste kinderen thuis toen de bommen neerdaalden in het centrum van Gilze. Er was geen ontsnppen aan. Berend bleef achter met de twee oudste kinderen Wies en Jan en hun 14-jarige zoon Bert. Zij waren ten tijde van het bombardement niet thuis.

gezinskaart 1926-1938
De kinderen Sikkenga (Wies ontbreekt)

De fatale dag

Door een bijna gesloten wolkendek werd Gilze op 5 juli 1944 zwaar gebombardeerd door de 303 Groep Vliegende Forten in twee formaties. Ze kwamen van de basis Molesworth in Engeland. De eerste formatie loste de 250 kg zware bommen om 8.48 uur. Deze kwamen terecht op de zuid-westhoek van het vliegveld. De tweede formatie loste bommen van 250 kg om 8.51 uur. Deze bommen kwamen allemaal op huizen, straten en aangrenzende akkers van Gilze terecht. Het afweergeschut kwam pas laat op gang. En toen het gedreun van bommenwerpers en afweergeschut weggestorven was, werd duidelijk wat er was aangericht. Mensen liepen huilend, ontredderd en in paniek rond. De kern van het dorp was zwaar geraakt, overal lagen dakpannen, puin en glas. De Kerkstraat, Raadhuisstraat, Oranjestraat, Ridderstraat en Versterstraat, het hart van Gilze, was een grote ravage. Vooral op en bij het Plein ‘De Tip’ (het Bisschop de Vetplein) waren veel kraters geslagen van wel 5 tot 6 meter diep. Voltreffers doodden twee bijna complete gezinnen, waaronder het gezin Sikkenga.

Prentje familie Sikkenga.jpg
overblijfselen pand Sikkenga
inslagen bombardement 5 juli 1944


Herinneringen van Jan Sikkenga aan het bombardement

Zoals normaal ging ik om half acht naar mijn werk *), mijn moeder ging vroeg naar de kerk en stuurde Bert naar de fam. Hendriks. Net als ik waren ook mijn vader en zuster Wies niet thuis. Om 8.30 ging het luchtalarm, ging naar de schuilkelder (ongeveer 5 km. Van huis) waar ik in tegenstelling tot anders opvallend stil was. Direct na het sein veilig liep ik naar mijn fiets, met de bedoeling naar huis te gaan!! Waarom ik weet het nog niet. Want ik wist nog niets, kwam een chef tegen die het al wist maar niet dorst te vertellen!! Alleen maar zei: ga gauw naar huis. Op de weg van Breda naar Tilburg kwam ik een buurjongen tegen die me toeriep “Opschieten het is vlak bij jullie!!” Een paar Km verder neef Jan Smulders die alleen maar kon zeggen “Er is niets meer”. Op de Tip aangekomen en opgevangen door tante Marie werd me verteld je bent de enige overlevende “van de elf “. Haar vraag was ook: weet je toevallig of er nog meer niet thuis waren??? Toen herinnerde ik mij Bert en besloot meteen hem te gaan zoeken bij Hendriks, maar voor ik daar was viel ik eerst nog in een bomtrechter en werd mijn fiets in elkaar geslagen door de Nederlandse Arbeidsdienst, belandde nog in een luchtgevecht, de scherven vlogen in het rond. Bert werd opgevangen door de fam. Hendriks, ik kreeg hem niet te zien!! Dus weer naar huis (??) mijn vader en zus Wies waren inmiddels ook aangekomen bij tante Marie. Er kwamen aanbiedingen van de fam. om ieder van ons op te vangen, maar oud-burgemeester v. Poppel bood via een briefje een onderkomen voor ons allen aan zodat we bij elkaar konden blijven. Wij waren een poos bij hem in huis, daarna trokken we tot enige maanden na de bevrijding in het zeer zwaar beschadigde huis van Scheepers. Denk dat ik door de enorme emoties die dit alles meebracht alles niet meer helder voor de geest kan halen, maar totaal afgestompt leefden wij verder.[.....] Dit schrijf ik alleen maar om een idee van ons leven en gemoedstoestand op dat moment weer te geven.

  • ) De oudste zoon Jan werkte in het begin van de oorlog bij Cees Somers in Rijen. De rechtstreekse weg naar Rijen (ca. 4 km) was door de uitbreidingen van het vliegveld afgesloten, daardoor was de afstand zo’n 15 km werd. Zijn baas zorgde voor valse papieren zodat hij over het vliegveld de korte route kon nemen, maar hij werd daarvoor al snel opgepakt. Hij zat daarvoor 24 uur in een Duitse cel, kreeg een meningsverschil met Cees Somers en nam ontslag. Omdat er verder geen werk was, werd hij min of meer gedwongen op het vliegveld te werken. Zoals ook op die dag in juli.


Gebeurtenis

Bombardement centrum Gilze

Externe links

Bronnen en Literatuur

  • Regionaal Archief Tilburg, Archief NL-TbRAT-2838 Burgerlijke Stand van de gemeente Gilze en Rijen, 1811-1960
  • Regionaal Archief Tilburg, Archief NL-TbRAT-2860 Bevolkingsregisters van de gemeente Gilze en Rijen, 1825-1939
  • Vijf jaar luchtfront. Het vliegveld Gilze-Rijen als oorlogsveld, Gilze en Rijen, Luchtvaartclub Illustrious, maart 1947
  • J.P.van den Hout e.a.Vijf jaar luchtfront. Het vliegveld Gilze-Rijen in de Tweede Wereldoorlog, Gilze en Rijen, Heemkring Molenheide, oktober 1988. deel 5, p75-94.
  • A. Verster e.a. In de Greep van het meedogenloze. Gilze en Rijen in oorlogsdagboeken, Gilze en Rijen, Heemkring Molenheide, 2011. p. 46-48, p.238-239
  • Documentatie en herinneringen van Jan Sikkenga (in bewaring bij Heemkring Molenheide)