Prinsenhoeve

Aan de Hooghoutseweg staat op nummer 21 de Prinsenhoeve.In 1694 werd Arien van Iersel hier overvallen door de Swartmaekers bende. In 2010 is de boerderij, die nog een hele oude kern in zich had, gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Aan de oprijlaan van het naastgelegen erf, dat vroeger ook bij de hoeve hoorde, staan twee stenen leeuwtjes. Het betreft hier de Prinsenhoeve. Waarom deze boerderij deze naam draagt, vinden we in het rechterlijk archief van Oisterwijk in een akte van 1767. Ik geef hieronder een gedeelte van de oorspronkelijke tekst weer: "Compareerde voor schepenen van Den Bosch de heer Jacob Spoor provisioneel rentmeester der domeinen en geestelijke goederen van zijn doorlugtige hoogheijd den heere Prince van Orange en Nassou etc. etc. etc. over de baronie en lande van Cranendonk stad Eijndhoven en omleggende heerlijkheden en bekende uijt kragte van speciale resolutien van haar edele mogende heeren raaden en rekenmeesters van hoogstgemelde sijne hoogheijd d.d. 18 mei en 13 augustus 1767 in een eeuwig durende erfpagt uit te geven aan de heer Willem Jacob Frederik baron von Dopff collonel en adjudant generaal van hoogstgemelde sijne hoogheijd eene hoeve bestaande in een huijs, schuur en stallinge in den Udenhout aan de Geeselsestraat met 59 1/4 lopense saaijland en nog een weijveld van 12 lopense, een broekveld en twee heivelden te Helvoirt". Voor de erfpacht betaalde de baron 3.750 gulden. Baron von Dopff was de eigenaar van kasteel de Strijdhoef in Udenhout. Willem Jacob Frederik von Dopff was gehuwd met Seijna Anna Elisabeth, baronesse van Borssele. Het echtpaar had vijf kinderen, onder wie Eleonora Gabrielle Adriana. Deze jongste dochter huwde op 30 augustus 1795 te Udenhout met Charles Louis Brunet de Rochebrune, kapitein van een oorlogsfregat. Hij maakte samen met freule Eleonora Gabrielle, die bij deze gelegenheid geassisteerd werd door haar moeder, al in 1793 de huwelijkse voorwaarden! In de boeken van het kadaster uit 1832 wordt als eigenaar genoemd Carel Lodewijk Brunet de Rochebrune. In dat jaar wordt Oostende als woonplaats genoemd van Carel Lodewijk. De Prinsenhoeve bestaat dan uit een huis, erf en schuur van de negende klasse op een ondergrond van 21 roeden en 80 ellen. Carel Lodewijk Brunet de Rochebrune verkoopt de Prinsenhoeve aan Jacob Hendrik Mastenbroek van beroep logementhouder te Helvoirt.