Ontvanger Leende
Omstreeks 1839 is Jacobus de la Geneste benoemd tot ontvanger van Leende. Gegevens in het Gemeente archief van Leende ontbreken door brandschade in 1943. Wel zijn er enkele sollicitatiebrieven uit 1852, met enige gegevens over de periode dat Jacobus de la Geneste ontvanger te Leende is. Deze functie vervulde hij naast zijn werkzaamheden als dorpsdokter.
Wanneer in 1852 een nieuwe plaatselijk ontvanger benoemd zal worden, reden onbekend, probeert Jacobus de la Geneste zijn benoeming te verlengen.
- Brief 1
Aan den EdelAchtbaren
Raad der Gemeente
Leende
Geeft met de schuldigen eerbied te kennen
de ondergetekende J: de la Geneste plaatselijke ontvanger te Leende:
Dat hij vernomen heeft dat op aanstaanden woensdag den veertienden Januarij 1852 zal worden overgegaan tot de
keuze van eenen plaatselijke ontvanger voor deze Gemeente:
Dat hij gedurende een tijdvak van dertien jaren bovengenoemde betrek
king onafgebroken heeft waargenomen en zoo hij vermeent met
ijver en naauwgezetheid; deugt en
gedurende dit lang tijdverloop geene
enkele klagt tegen zijn beheerden
geldmiddele, is uitgebragt.
Dat hij belooft, indien de Edelachtbare
Raad hem wederom het vertrouwen
schenkt; met dezelfde naauwkeurigheid als vroeger de belangen der gemeente te zullen behartigen
Weshalve de ondergeteekende den EdelAchtbaren Raad der Gemeente Leende
eerbiedig verzoekt wederom met de
betrekking van plaatselijken ontvanger dezer Gemeente te worden begiftigd
t welk doende
J: de la Geneste
Leende den 12 january 1852
- Brief 2
Aan het Edel Acht-
baar Bestuur der
Gemeente Leende
Derwijl en ten gevolge van vroeger uitstel andermaal door den
Gemeente Raad tot de keus van eenen plaatselijken ontvanger
zal worden overgegaan zoo
heeft de ondergeteekende nogmaals
de Eer zich met eerbied tot het
Edelachtbaar Bestuur te wenden
ten einde tot die betrekking goedgunstig te worden benoemd.
Hij zal opnieuw de beweegredenen
niet aanhalen die hem hebben
aangespoord om voor die bediening
in aanmerking te komen
vermits die in het voorig adres
zijn opgegeven.
Ook heeft de
ondergeteekende vroeger geen
cijfer van traktement opgegeven
vermeenende 1e dat zulks geen
invloed zoude hebben op de benoeming en 2e omdat het volgens zijn ordeel strijdig was
met art. 107 zie 104 der Nieuwe
Gemeentewet, waarin uitdrukkelijk wordt vermeld dat de
bezoldiging van den plaatselijke
ontvanger door de Gedeputeerde
Staten , na den Raad te hebben gehoord onder goedkeuring der Hooge
Regeering wordt vastgesteld:
De Ondergeteekende is echter in het
belang der Gemeente bereid de
betrekking van plaatselijk ontvanger te aanvaarden , al werdt
dan ook de bezoldiging slechts
op vijftig gulden sjaars bepaald
indien dit voor het goed en rigtig der gemeent geldmiddelen
raadzaam mogt worden geoordeeld.
’t welk doende enz.
J: de la Geneste
Leende den 3 february 1852
Voor het uitoefenen van de dubbelfunctie geneesheer/ontvanger krijgt Jacobus de la Geneste ontheffing van de minister van Binnenlandsche Zaken
- Beschikking
’s Hertogenbosch, 20 April 1852
Afdeeling
Policie
Bijlage: 1
Ik heb de eer hierbij aan
U te doen toekomen, eene door
Z.E. den Heer Minister van
Binnenlandsche Zaken genomene
beschikking op het adres van
J.J.B.J. de la Geneste, practiserend
geneesheer binnen Uwe Gemeente,
om magtiging tot het gelijktijdig
bekleeden der betrekking van
plaatselijk ontvanger.
Ik verzoek U, Mijne heeren,
gemelde beschikking na daar
van kennis genomen te hebben,
aan den belanghebbenden uit te reiken
De Staatsraad Commissaris
Des Konings in Noord-Braband
Aan
het Gemeentebestuur
van Leende
Al zijn pogingen ten spijt krijgt Jacobus J.J.B. de la Geneste geen herbenoeming en wordt op 19 juli 1852 W. van Engelen benoemd tot nieuwe ontvanger.
bron: gemeentearchief Leende A266-627/628