Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Notarieel 128 folio 27, 12.10.1803:

Terug naar Joannis van Munster.

Notarieel 128 folio 27, 12.10.1803: Compareerde voor mij Johan Adriaan van Meurs notaris openbaar, , Jan de Lelie oud 59 jaaren en Laurens de Lelie oud 46 jaaren, beijde woonagtig alhier, lieden van eer en geloofwaardigheijd, mij notaris bekend, dewelken ter requisitie van Adriaan de Bont in huwelijk hebbende Cornelia Baaijens en Johannes van Munsteren in huwelijk hebbende Adriana Baaijens meede woonende alhier, verklaaren onder presentatie van eeden, die zij berijt zijn des noods, en aansogt wordende te presenteren: waar en waaragtig te zijn, dat zij attestanten zeer wel gekent hebben den persoon van Adriaan Baaijens, en een zoon te zijn van Jan Baaijens en Dimphena Geerts, dat haar attestanten meede bewust en kennelijk is, dat gemelde Adriaan Baaijens van zijn ouders in stilte van hier is weggegaan, en daar na hebben hooren verhaalen dat hij in Zeeland zou afvaaren, voor soldaat, te zee, dat gemelde zijne ouders sulx hadden vernoomen door een brief van hem uijt Zeland bekomen zijnde dit na hun attestanten geheugen wel circa twintig jaaren geleeden. Wijders verklaaren zij attestanten meede wel gekent te hebben de gemelde ouders van voorn: Adriaan Baaijens, zijnde zijn vader na vertreckt van voorn: Adriaan Baaijens overleeden, met agterlating van nog twee dogters zijnde der requiranten vrouwen, zonder meer dan alleen zijne weduwe voorn: Dimphena Geerts, als nog in leeven en hertrout met Augustinus Mol, en welke Cornelia en Adriana Baaijens der requiranten vrouwen zusters en eenige erffgenaamen zijn van meervoorn: Adriaan Baaijens, welke gesegt word overleeden te zijn. Allegerende (aanhalen) de attestanten voor reedennen van wel wetenheijt als in den text ons naar allent zelve nog in goede geheugen te zijn, en den eerstgenoemde kennelijk dat de anders naa gesegde Adriaan nog niet getrout waaren en de moeder Dimphena Geerts voor haar trouwen al gekent te hebben, en den tweede genoemde attestant dat hij als meede voogd door de wet alhier is aangesteld geweest over de nagelate kinderen van wijlen Jan Baaijens, zijnde de voorn: Adriaan Baaijens als doen uijtlandig: en de twee vrouwen van de requiranten en geen andere meer, en alsoo bij hun voors verklaarde te persisteeren. (handhaven) Aldus gedaan ende gepaseerd binnen Tilborg ten comptoire mijns notaris ter presentie van Pieter Gerard Molegraaff klerk ter sectetarije alhier en Jan Mutsaers beijde woonende alhier als getuijgens, huden den twaalfden october 1800 en drie.