Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Franz Schoonus

Franz had in Tilburg twee jaar middelbaar onderwijs op Sint-Denis gevolgd, maar dat was niet zijn ding. Hij ging als boerenknecht werken bij een boer in Dongen-Vaart. Na anderhalf jaar polste buurman Piet van Poppel hem voor de melkfabriek en zo kwam Franz in 1952 op de melkfabriek te werken, bij de ontvangst van de melk. Franz ging in 1956 in militaire dienst en heeft daarna nog heel even op de fabriek gewerkt. In 1958 werd Franz vertegenwoordiger van Loda in Breda, later van een fabriek in Friesland, om vervolgens medewerker van antiquair Hüsstege te worden en uiteindelijk beheerder van Gemeenschapshuis De Domp in Haaren. Franz bewaart goede herinneringen aan zijn tijd op de melkfabriek. De collegialiteit was goed, al hoorde daar bij dat medewerkers soms naar elkaar toe streken uithaalden. En er was werk dat niemand graag deed, zoals het sorteren en spoelen van lege flessen. In die tijd deed Harrie Adams vaak dat werk. “Dat was een harde werker, die altijd de klussen deed die anderen liever niet deden”. De allermooiste herinnering is voor Franz ongetwijfeld het genoegen dat hij had om op drukke dagen Joske Mathijssen te helpen bij zijn venttoer. Joskes toer eindigde altijd in ’t Broek halverwege de Schoorstraat. Na zijn laatste klant legde Joske altijd even aan bij Ties Heessels in café Boslust. Joske dronk zelf een borrel, maar ook zijn paard kreeg steevast een borrel. Joske pakte het borreltje, deed de bek van het paard open en gooide er het drankje in. Vervolgens moest het paard naar de fabriek, in een hoog tempo over de kinderkoppen van de Schoorstraat, waardoor het klonk alsof alle lege flessen heen en weer schudden en de kratten elk moment van de kar konden vallen.