Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vermeer, Albertus Johannes: verschil tussen versies

(Bronnen)
(Bronnen)
Regel 61: Regel 61:
 
*Regionaal Archief Tilburg, Archief 565 Collectie documentatie Tilburg 1940-1945, [https://www.regionaalarchieftilburg.nl/zoek-in-archieven/?/file/e9b1abf10b343dbd8fcf7dbfa5419189 invnr. 249 Personen, afkomstig van elders maar in de oorlogsperiode in Tilburg overleden]
 
*Regionaal Archief Tilburg, Archief 565 Collectie documentatie Tilburg 1940-1945, [https://www.regionaalarchieftilburg.nl/zoek-in-archieven/?/file/e9b1abf10b343dbd8fcf7dbfa5419189 invnr. 249 Personen, afkomstig van elders maar in de oorlogsperiode in Tilburg overleden]
 
*[https://collections.arolsen-archives.org/en/search/topic/1-1-30?s=1.1.30 Arolsen Archives, 1.1.30 Neuengamme Concentration Camp].
 
*[https://collections.arolsen-archives.org/en/search/topic/1-1-30?s=1.1.30 Arolsen Archives, 1.1.30 Neuengamme Concentration Camp].
*Netwerk Oorlogsbronnen.
+
*[https://www.oorlogsbronnen.nl/ Netwerk Oorlogsbronnen].
 
*Stichting Vriendenkring Neuengamme, Digitaal Monument.
 
*Stichting Vriendenkring Neuengamme, Digitaal Monument.
 
*KZ-Gedenkstätte Neuengamme, Ausstellungen, Begegnungen, Studienzentrum.
 
*KZ-Gedenkstätte Neuengamme, Ausstellungen, Begegnungen, Studienzentrum.

Versie van 5 jan 2023 om 16:25

Albertus Johannes Vermeer
Volledige namen Albertus Johannes Vermeer
Geboortedatum 28-07-1922
Geboorteplaats Raamsdonk
Adres Cornelis Speelmanstraat 25
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat ongehuwd
Beroep politiebeambte
Overlijdensdatum 27-12-1944
Plaats van overlijden Neuengamme (DE)
Bijzonderheden Hij werd gedeporteerd als lid van de “2e Politiecompagnie ’s-Gravenhage” vanwege een strafmaatregel tegen de compagnie.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Roomsch Leven 29 september 1945


Vermeer, Albertus Johannes (geb. Raamsdonk 28-07-1922, gest. Neuengamme 27-12-1944), politieagent. Zoon van Wilhelmus Johannes Vermeer en Anna Anthonia Knoppen.


Achtergrond

Albertus Johannes Vermeer wordt op 28.7.1922 in Raamsdonk geboren als vierde kind in een Rooms Katholiek gezin. Zijn roepnaam is Jan. Vader Wilhelmus Johannes Vermeer (1882-1940), ook geboren in Raamsdonk, is net als zijn vader pontwachter. Later wordt hij brugwachter. Wilhelmus Johannes is tweemaal getrouwd: eerst met Johanna Cornelia van der Pluijm (1882-1920) en na haar overlijden met Anna Anthonia Knoppen (1891-1977). Uit het eerste huwelijk zijn twee zonen en een dochter geboren: Cornelis Hubertus (1909, hulpbrugwachter), Antonius Adrianus (1913, metaalbewerker) en Adriana Antonia (1919). Uit het tweede huwelijk zijn drie kinderen geboren, Jan en zijn jongere broers Wilhelmus Johannes Maria (1925, besteller PTT) en Hendrikus Josephus (1932, plaatwerker).

Het gezin Vermeer woont achtereenvolgens in Dussen, Capelle, Empel, Raamsdonk en vanaf 1923 in Tilburg. In Tilburg woont het gezin eerst op Hoevenseweg 43, daarna op Koningshoeven 1 en tenslotte (vanaf 1931) op Cornelis Speelmanstraat 25. Jan Vermeer woont op dit laatste adres totdat hij in 1944 naar Den Haag gaat. Zijn moeder, inmiddels weduwe, blijft met zijn twee jongere broers op Cornelis Speelmanstraat 25 wonen.

Tweede Politiecompagnie ’s-Gravenhage

Jan Vermeer verhuist op 11 februari 1944 naar Den Haag, nadat hij zijn opleiding bij het Politie Opleidings Bataljon (P.O.B.) in Schalkhaar heeft afgerond. In Den Haag wordt hij als Onderwachtmeester der Staatspolitie ingedeeld bij de Tweede Politiecompagnie ’s-Gravenhage. Den Haag heeft tijdens de bezetting twee politiecompagnieën, beide zijn gesloten eenheden. De Eerste Politiecompagnie ’s-Gravenhage is op 15 oktober 1942 opgericht. Al marcherend gaan de manschappen van deze compagnie die dag vanaf het treinstation naar het Alexanderveld om daar in een school te worden gekazerneerd. Onderweg defileren zij op de Laan Copes van Cattenburch in paradepas voor de hoofdcommissaris van politie.

De Tweede Politiecompagnie ’s-Gravenhage is in juli 1943 opgericht. De compagnie wordt gekazerneerd aan de Oostduinlaan 50 in de schoolgebouwen van het Aloysiuscollege. Daar zit ook het Duitse politiebataljon. De school is eerder op last van de Duitse bezetters ontruimd. De tweede compagnie bestaat aanvankelijk uit een van vier compagnieën van politieadspiranten die in 1943 in België de grens met Nederland hebben bewaakt. Zij deden dit vanuit Essen, Hasselt en Mol ter ondersteuning van het “Grenzwachtregiment Clüver” van de Wehrmacht. Na afronding van dit werk, medio juli 1943, zijn de vier compagnieën naar elders verplaatst, waarvan een naar Den Haag. In het voorjaar van 1944 is de tweede Haagse compagnie uitgebreid met andere manschappen. De Haagse Politiecompagnieën zijn ingezet voor bewakingsdiensten, razzia’s op voetbalterreinen, bij het bestrijden van houtroof en bij represailles. Waarschijnlijk heeft de Tweede Politiecompagnie niet meegedaan aan het ophalen van joodse inwoners.

In 1944 hebben vier steden politiebataljons of politiecompagnieën: Amsterdam, Den Haag, Tilburg (Politiecompagnie Eindhoven) en Rotterdam. Gaandeweg worden deze gesloten eenheden voor de Duitse bezetter een last. Vooral na Dolle Dinsdag ontstaan moeilijkheden: geregeld duiken manschappen onder en zij nemen hun vuurwapens mee. Een deel van die vuurwapens komt vervolgens bij het verzet terecht. De bezetter besluit de gesloten eenheden op te heffen, want het vertrouwen in hun loyaliteit en nut verdwijnt. In Rotterdam gaat de opheffing geruisloos, maar in de andere steden neemt de bezetter strafmaatregelen om van de bataljons en compagnieën af te komen.

In Den Haag gebeurt dit op zaterdagmiddag 16 september 1944. De manschappen van de Haagse politiecompagnieën worden die middag door de Ordnungspolizei gedwongen aan te treden en hun wapens in te leveren. Vervolgens worden op last van Duitse politieofficieren 43 manschappen uit beide compagnieën samen als straf aangewezen voor arbeidsinzet in Duitsland. Zij moeten uittreden, worden onmiddellijk gearresteerd en gaan diezelfde dag nog op transport naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort om van daaruit naar Duitsland te gaan. Jan Vermeer is een van de gearresteerden. Hij komt op 16.9.1944 aan in Kamp Amersfoort en krijgt daar Häftling Nummer 7647. Op zijn gevangenenkaart staat dat hij in Kamp Amersfoort zit vanwege “Arbeitsverweigerung”.

Arbeidsinzet in Duitsland

Op 11 oktober 1944 gaat Jan Vermeer op transport van Amersfoort naar KZ Neuengamme voor arbeidsinzet. Hij komt op 14 oktober 1944 in Neuengamme aan en wordt Häftling 56644. KZ Neuengamme ligt in de buurt van Hamburg, is een van de grootste kampen in Duitsland en is het centrum van een netwerk dat in totaal zo’n 85 grotere en kleinere satellietkampen heeft omvat.

KZ Neuengamme is in 1938 ingericht om gevangenen in een steenfabriek te laten werken. In de jaren daarna komt daar werk bij voor de uitbreiding van het kamp en voor de bouw van een nieuwe steenfabriek waar gevangenen vervolgens gaan werken. Ook werken gevangenen in de oorlogsindustrie waarvoor op het kampterrein fabrieken zijn gebouwd. Een van die fabrieken is eigendom van een dochteronderneming van de Walther Werke waar gevangenen onderdelen maken voor pistolen en geweren.

Bij aankomst in het kamp moeten de gevangenen hun persoonlijke eigendommen afgeven in de "Effektenkammer" en krijgen zij een nummer op een zinken plaatje dat zij om de nek dragen. Het nummer wordt ook op de kampkleding genaaid. De gevangenen zitten in overvolle barakken. De medische en sanitaire voorzieningen zijn ontoereikend en de voeding wordt in de loop der jaren almaar kariger en slechter. De gevangenen krijgen 's morgens een dunne melksoep of een koffie-achtige drank, en 's middags dunne koolraapsoep met weinig vet. 's Avonds worden de broodrantsoenen voor de volgende dag uitgedeeld met daarbij een beetje margarine, kaas of marmelade.

Het werk is voor de gevangenen zwaar en voor een deel van hen ondraaglijk zwaar. Gevangenen sterven in Neuengamme aan ziekte en uitputting. Ook Jan Vermeer sterft in Neuengamme, op 27 december 1944. Als officiële doodsoorzaak is “Magen- und Darmkatarrh” opgegeven, volgens verklaringen van medegevangenen is Jan Vermeer gestorven door uitputting. Gevangenen die in KZ Neuengamme sterven worden gecremeerd. In 1962 reizen twee van zijn broers per trein naar Duitsland voor het bezoeken van de gedenkplaats voor KZ Neuengamme. Jan is vermeld op de grafsteen van zijn ouders op de begraafplaats aan de St. Josephstraat in Tilburg.

Gebeurtenis

Bronnen

Literatuur

  • J.J. Kelder, De Schalkhaarders. Nederlandse politiemannen naar nationaal-socialistische snit (Utrecht/Antwerpen, Veen, 1990).
  • B. van der Boom, Den Haag in de tweede wereldoorlog (Den Haag, SeaPress, 1995).
  • J. Schuyf (red.), Nederlanders in Neuengamme. De ervaringen van ruim 5500 Nederlandrs in een Duis concentratiekamp 1940-1945 (Zaltbommel, Aprilis, 2005)

Externe links

Albertus Johannes Vermeer op Oorlogsbronnen.nl

Persoonsdossier Albertus Johannes Vermeer Oorlogsgravenstichting