Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Spoorlijn: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
<foto><beeldonline>c7ec7ee9-6910-42d8-bdc0-ddb02da74c5b</beeldonline></foto>Op 1 oktober 1863 liep heel Tilburg uit om op het nieuwe station de aankomst van de trein uit Breda te aanschouwen. Deze trein reed over de eerste spoorlijn die door de Staatsspoorwegen in Nederland was gerealiseerd en die de aanzet was voor een groter lijnennet in Zuid-Nederland. In de plannen werden hiervoor enkele hoofdverbindingen geprojecteerd, zoals die tussen Rotterdam, Breda, Tilburg, Boxtel, Eindhoven, Venlo, Roermond en Maastricht, tussen Roosendaal, Goes en Vlissingen en tussen Boxtel, Den Bosch en Utrecht. Omdat Breda via Roosendaal al sinds 1855 een spoorlijn had naar Antwerpen, werd begonnen met de aanleg van het baanvak Roosendaal-Bergen op Zoom en allereerst dus met dat tussen Breda en Tilburg. De realisatie en tracering kende weinig problemen, omdat het spoor voornamelijk door uitgestrekte heidegebieden kwam. In 1863 vierde Tilburg dat de stad via het spoor ontsloten werd, met het vooruitzicht dat er spoedig doortrekkingen volgden richting Boxtel en Eindhoven en naar Den Bosch. Ook voor de lokale industrie leverde de spoorlijn grote voordelen op, want men beschikte nog niet over een waterverbinding en het wegtransport had te weinig capaciteit voor de aanvoer van onder meer steenkool. Een bijkomend voordeel was dat de Staatsspoorwegen besloot om zijn centrale herstelwerkplaats ([[Atelier, D'n]]) in het strategisch gelegen Tilburg te vestigen. Wel was het zo dat de spoorlijn de stad bijna letterlijk in tweeën deelde en dit zorgde later bij de diverse overwegen voor grote verkeersproblemen. Die werden vanaf het einde van de jaren vijftig echter opgelost door de aanleg van het [[hoogspoor]].
+
<foto><beeldonline>c7ec7ee9-6910-42d8-bdc0-ddb02da74c5b</beeldonline></foto>Op 1 oktober 1863 liep heel Tilburg uit om op het nieuwe station de aankomst van de trein uit Breda te aanschouwen. Deze trein reed over de eerste spoorlijn die door de Staatsspoorwegen in Nederland was gerealiseerd en die de aanzet was voor een groter lijnennet in Zuid-Nederland. In de plannen werden hiervoor enkele hoofdverbindingen geprojecteerd, zoals die tussen Rotterdam, Breda, Tilburg, Boxtel, Eindhoven, Venlo, Roermond en Maastricht, tussen Roosendaal, Goes en Vlissingen en tussen Boxtel, Den Bosch en Utrecht. Omdat Breda via Roosendaal al sinds 1855 een spoorlijn had naar Antwerpen, werd begonnen met de aanleg van het baanvak Roosendaal-Bergen op Zoom en allereerst dus met dat tussen Breda en Tilburg. De realisatie en tracering kende weinig problemen, omdat het spoor voornamelijk door uitgestrekte heidegebieden kwam. In 1863 vierde Tilburg dat de stad via het spoor ontsloten werd, met het vooruitzicht dat er spoedig doortrekkingen volgden richting Boxtel en Eindhoven en naar Den Bosch. Ook voor de lokale industrie leverde de spoorlijn grote voordelen op, want men beschikte nog niet over een waterverbinding en het wegtransport had te weinig capaciteit voor de aanvoer van onder meer steenkool. Een bijkomend voordeel was dat de Staatsspoorwegen besloot om zijn centrale herstelwerkplaats ([[D'n Atelier]]) in het strategisch gelegen Tilburg te vestigen. Wel was het zo dat de spoorlijn de stad bijna letterlijk in tweeën deelde en dit zorgde later bij de diverse overwegen voor grote verkeersproblemen. Die werden vanaf het einde van de jaren vijftig echter opgelost door de aanleg van het [[hoogspoor]].
  
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]

Versie van 17 dec 2013 om 23:29

Op 1 oktober 1863 liep heel Tilburg uit om op het nieuwe station de aankomst van de trein uit Breda te aanschouwen. Deze trein reed over de eerste spoorlijn die door de Staatsspoorwegen in Nederland was gerealiseerd en die de aanzet was voor een groter lijnennet in Zuid-Nederland. In de plannen werden hiervoor enkele hoofdverbindingen geprojecteerd, zoals die tussen Rotterdam, Breda, Tilburg, Boxtel, Eindhoven, Venlo, Roermond en Maastricht, tussen Roosendaal, Goes en Vlissingen en tussen Boxtel, Den Bosch en Utrecht. Omdat Breda via Roosendaal al sinds 1855 een spoorlijn had naar Antwerpen, werd begonnen met de aanleg van het baanvak Roosendaal-Bergen op Zoom en allereerst dus met dat tussen Breda en Tilburg. De realisatie en tracering kende weinig problemen, omdat het spoor voornamelijk door uitgestrekte heidegebieden kwam. In 1863 vierde Tilburg dat de stad via het spoor ontsloten werd, met het vooruitzicht dat er spoedig doortrekkingen volgden richting Boxtel en Eindhoven en naar Den Bosch. Ook voor de lokale industrie leverde de spoorlijn grote voordelen op, want men beschikte nog niet over een waterverbinding en het wegtransport had te weinig capaciteit voor de aanvoer van onder meer steenkool. Een bijkomend voordeel was dat de Staatsspoorwegen besloot om zijn centrale herstelwerkplaats (D'n Atelier) in het strategisch gelegen Tilburg te vestigen. Wel was het zo dat de spoorlijn de stad bijna letterlijk in tweeën deelde en dit zorgde later bij de diverse overwegen voor grote verkeersproblemen. Die werden vanaf het einde van de jaren vijftig echter opgelost door de aanleg van het hoogspoor.