Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Piet Gerrits: verschil tussen versies

Regel 30: Regel 30:
 
==Zwakke gezondheid==
 
==Zwakke gezondheid==
 
In 1936 kreeg Gerrits last van een neurologische aandoening waardoor hij een half jaar ziek thuis was. Dit was niet de eerste keer; in 1918, tijdens militaire dienst, had hij ook last van ‘overspannen zenuwen’ met toevallen. In 1937 en 1938 werd hij voor verschillende lichamelijke klachten zes keer in het ziekenhuis opgenomen. De laatste keer werd bij hem een nier verwijderd. Van maart ’38 tot maart ’39 bleef Gerrits thuis; de rest van zijn leven zou hij met zijn gezondheid blijven sukkelen. In maart 1939 ging Gerrits weer aan de slag. Omdat hij vanwege zijn gezondheid nog niet geschikt was voor de straatdienst, kreeg hij een administratieve taak bij de afdeling Bijzondere Wetten. Daar constateerde hij dat zijn collega’s omgekocht konden worden bij de handhaving van de arbeidstijdenwet of bij het uitreiken van vergunningen. Gerrits kon dit niet verdragen en raakte uiteindelijk zo van streek, dat hij zich ziek meldde. De bedrijfsarts, Lacroix, schreef hem absolute rust voor. Van 12 maart 1940 tot 6 mei 1941 bleef Gerrits buiten dienst. In mei 1940 had hij geprobeerd om zich op medische gronden af te laten keuren, maar dat mislukte. Een gesprek met commissaris Preusting over zijn ervaring bij de afdeling Bijzondere Wetten had niet het gewenste resultaat. Gerrits voelde zich gekrenkt en tekort gedaan. Het ‘vermeend onrecht’, hem aangedaan door Commissaris Preusting, dreef Gerrits (zoals hij dat zelf zei) in de armen van de NSB.
 
In 1936 kreeg Gerrits last van een neurologische aandoening waardoor hij een half jaar ziek thuis was. Dit was niet de eerste keer; in 1918, tijdens militaire dienst, had hij ook last van ‘overspannen zenuwen’ met toevallen. In 1937 en 1938 werd hij voor verschillende lichamelijke klachten zes keer in het ziekenhuis opgenomen. De laatste keer werd bij hem een nier verwijderd. Van maart ’38 tot maart ’39 bleef Gerrits thuis; de rest van zijn leven zou hij met zijn gezondheid blijven sukkelen. In maart 1939 ging Gerrits weer aan de slag. Omdat hij vanwege zijn gezondheid nog niet geschikt was voor de straatdienst, kreeg hij een administratieve taak bij de afdeling Bijzondere Wetten. Daar constateerde hij dat zijn collega’s omgekocht konden worden bij de handhaving van de arbeidstijdenwet of bij het uitreiken van vergunningen. Gerrits kon dit niet verdragen en raakte uiteindelijk zo van streek, dat hij zich ziek meldde. De bedrijfsarts, Lacroix, schreef hem absolute rust voor. Van 12 maart 1940 tot 6 mei 1941 bleef Gerrits buiten dienst. In mei 1940 had hij geprobeerd om zich op medische gronden af te laten keuren, maar dat mislukte. Een gesprek met commissaris Preusting over zijn ervaring bij de afdeling Bijzondere Wetten had niet het gewenste resultaat. Gerrits voelde zich gekrenkt en tekort gedaan. Het ‘vermeend onrecht’, hem aangedaan door Commissaris Preusting, dreef Gerrits (zoals hij dat zelf zei) in de armen van de NSB.
 +
 +
==NSB==
 +
Op 9 oktober 1940 werd Gerrits lid van de NSB. Hij omarmde het gedachtengoed van de ‘Nieuwe orde’ en zag in het nationaalsocialisme de ‘redding voor de wereld’. In maart 1941 werd Gerrits buurtleider, in juli 1941 legde hij de ‘belofte van trouw’ af en in april 1942 werd hij groepsleider. Dat het gedachtengoed van de NSB onverenigbaar was met de roomse geloofsleer en dat NSB’ers de sacramenten onthouden konden worden, nam Gerrits maar op de koop toe.
 +
Gerrits werd ook lid van Rechtsfront, het Nederlands Arbeidsfront (NAF) en de Nederlandse Volksdienst (NVD). Ook werd hij begunstigd lid van de Germaanse SS. Gerrits’ echtgenote trad in 1941 ook toe tot de NSB en sloot zich aan bij de Nationaal Socialistische Vrouwen Organisatie (NSVO). De kinderen werden, behalve lid van de NSB, ook lid van de Nationale Jeugd Storm. Gerrits’ oudste zoon, Piet, trad in 1941 toe tot de Germaanse SS en kort daarop tekende hij voor de Waffen-SS. Als strijder tegen het bolsjewisme trok hij als soldaat naar het oostfront. Op 22 oktober 1942 overleed hij daar, 21 jaar oud.
  
  

Versie van 14 nov 2021 om 22:38

Piet Gerrits
Piet Gerrits in burgerkleding
Algemene informatie
Volledige naam Petrus Johannes Gerrits
Geboren 29-01-1896, Gilze
Overleden 29-05-1947, Vught
Nationaliteit Nederlander
Beroep NSB-politieagent

Gerrits, Petrus ‘Piet’ Johannes (geb. 29-01-1896 Gilze – gest. 29-05-1947 Vught), politieagent en NSB-er. Zoon van Pieter Gerardus Gerrits (1853-1941) en Maria Theodora Schouten (1853-1941). Op 03-06-1921 trouwde hij te Gilze met Anna Maria Schaekers (1896-1994). Uit dit huwelijk werden 7 kinderen geboren, waarvan twee doodgeboren. Op 29-05-1947 werd Gerrits door een executiepeloton van de Koninklijke Marechaussee terechtgesteld.

Achtergrond en jeugd

Piet Gerrits werd op 29 januari 1896 geboren in Gilze (gemeente Gilze en Rijen) als zoon van Pieter Gerrits, dagloner, later meesterknecht en opzichter bij de steenfabriek in Rijen, en Maria Schouten. Piet was de jongste zoon en het op een na jongste kind uit een gezin van vijf jongens en zes meisjes. Na de lagere school ging hij – twaalf jaar oud- naar de ‘elektriciteitsfabriek te Reyen’. Het werk beviel hem niet, een jaar later werd hij aangenomen bij de schoenfabriek van De Jong in Gilze. In december 1915 moest Gerrits in militaire dienst. Later noemde hij dit ‘de mooiste tijd van mijn leven’. Na zijn demobilisatie solliciteerde Gerrits bij de gemeentepolitie in Tilburg, waar hij op 29 mei 1919 werd aangesteld als politieagent. Eind 1919 leerde hij Anna Maria Schaekers kennen met wie hij op 3 juni 1921 in Gilze trouwde. Het echtpaar woonde eerst aan het Goirke 76 (nu Oude Lind 30) in Tilburg, en vanaf 17 februari 1936 in de nieuwe wijk Theresia, aan de Le Sage ten Broekstraat 20. Samen kregen ze zeven kinderen, twee daarvan werden doodgeboren.

Oude Lind 30

Zwakke gezondheid

In 1936 kreeg Gerrits last van een neurologische aandoening waardoor hij een half jaar ziek thuis was. Dit was niet de eerste keer; in 1918, tijdens militaire dienst, had hij ook last van ‘overspannen zenuwen’ met toevallen. In 1937 en 1938 werd hij voor verschillende lichamelijke klachten zes keer in het ziekenhuis opgenomen. De laatste keer werd bij hem een nier verwijderd. Van maart ’38 tot maart ’39 bleef Gerrits thuis; de rest van zijn leven zou hij met zijn gezondheid blijven sukkelen. In maart 1939 ging Gerrits weer aan de slag. Omdat hij vanwege zijn gezondheid nog niet geschikt was voor de straatdienst, kreeg hij een administratieve taak bij de afdeling Bijzondere Wetten. Daar constateerde hij dat zijn collega’s omgekocht konden worden bij de handhaving van de arbeidstijdenwet of bij het uitreiken van vergunningen. Gerrits kon dit niet verdragen en raakte uiteindelijk zo van streek, dat hij zich ziek meldde. De bedrijfsarts, Lacroix, schreef hem absolute rust voor. Van 12 maart 1940 tot 6 mei 1941 bleef Gerrits buiten dienst. In mei 1940 had hij geprobeerd om zich op medische gronden af te laten keuren, maar dat mislukte. Een gesprek met commissaris Preusting over zijn ervaring bij de afdeling Bijzondere Wetten had niet het gewenste resultaat. Gerrits voelde zich gekrenkt en tekort gedaan. Het ‘vermeend onrecht’, hem aangedaan door Commissaris Preusting, dreef Gerrits (zoals hij dat zelf zei) in de armen van de NSB.

NSB

Op 9 oktober 1940 werd Gerrits lid van de NSB. Hij omarmde het gedachtengoed van de ‘Nieuwe orde’ en zag in het nationaalsocialisme de ‘redding voor de wereld’. In maart 1941 werd Gerrits buurtleider, in juli 1941 legde hij de ‘belofte van trouw’ af en in april 1942 werd hij groepsleider. Dat het gedachtengoed van de NSB onverenigbaar was met de roomse geloofsleer en dat NSB’ers de sacramenten onthouden konden worden, nam Gerrits maar op de koop toe. Gerrits werd ook lid van Rechtsfront, het Nederlands Arbeidsfront (NAF) en de Nederlandse Volksdienst (NVD). Ook werd hij begunstigd lid van de Germaanse SS. Gerrits’ echtgenote trad in 1941 ook toe tot de NSB en sloot zich aan bij de Nationaal Socialistische Vrouwen Organisatie (NSVO). De kinderen werden, behalve lid van de NSB, ook lid van de Nationale Jeugd Storm. Gerrits’ oudste zoon, Piet, trad in 1941 toe tot de Germaanse SS en kort daarop tekende hij voor de Waffen-SS. Als strijder tegen het bolsjewisme trok hij als soldaat naar het oostfront. Op 22 oktober 1942 overleed hij daar, 21 jaar oud.


Dit lemma is in bewerking