Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Löwenstein, Kurt: verschil tussen versies

Regel 46: Regel 46:
 
|-  
 
|-  
 
! Individuele gebeurtenis:
 
! Individuele gebeurtenis:
| Als jood gearresteerd en omgekomen in Polen.     
+
| Omgekomen in Polen.     
  
 
|}
 
|}
Regel 54: Regel 54:
  
 
==Individuele gebeurtenis==
 
==Individuele gebeurtenis==
Kurt Löwenstein was afkomstig uit Duitsland en kwam in 1933 in Tilburg wonen vanuit Rotterdam. Jurist Kurt Löwenstein richtte op 6 december 1934 de Noordbrabantsche lederhandel en lederfabriek op. Hij maakte in 1936 kennis met Alfred Maijer, een ondernemer uit Frankfurt, die in Tilburg op bezoek was. Maijer wilde zich, met het oog op de politieke ontwikkeling in Duitsland, inkopen in een Nederlands bedrijf. Hij zag wel iets in de Noordbrabantsche Lederhandel van Löwenstein. De schoonvader van Löwenstein, Leopold Eis, die vennoot was, wilde zijn aandeel in de zaak verkopen. Alfred en zijn broer Sally Maijer kochten Leopolds aandeel en werden mede-eigenaar van de lederhandel. De dagelijkse leiding kwam in handen van Kurt Löwenstein en Alfreds zoon Julius. Alfred en Sally Maijer keerden terug naar Duitsland waar ze een keten van 50 levensmiddelenwinkels hadden, welke zij wilden verkopen. In september 1938 kwamen Alfred en Sally Maijer naar Tilburg. Tijdens de oorlog kwam de lederhandel onder een Duitse Verwalter te staan. Na de oorlog werd de Noordbrabantsche Lederhandel een groot bedrijf. Julius Maijer leidde de productie, zijn vader en oom deden de verkoop. In 1954 traden Alfred en Sally uit en werd Julius Maijer de nieuwe directeur. Hij verkocht het bedrijf in 1976 aan Evert Jan Pezie. In 1979 werd de firma opgeheven. Kurt Löwenstein was tijdens de oorlog voorzitter van het Begrafenisgenootschap van de Nederlands-Israëlitische Gemeente Tilburg en juridisch adviseur van de Joodsche Raad. Zijn gezin was om die reden ‘gesperrt’ (tijdelijke vrijstelling van deportatie). Omgekomen in Polen. Zijn ouders Alfred Löwenstein en Henriette Löwenstein-Rindskopf zouden de oorlog evenmin overleven.
+
Kurt Löwenstein was afkomstig uit Duitsland en kwam in 1933 in Tilburg wonen vanuit Rotterdam. Jurist Kurt Löwenstein richtte op 6 december 1934 de Noordbrabantsche Lederhandel en Lederfabriek op. Hij maakte in 1936 kennis met Alfred Maijer, een ondernemer uit Frankfurt, die in Tilburg op bezoek was. Maijer wilde zich, met het oog op de politieke ontwikkeling in Duitsland, inkopen in een Nederlands bedrijf. Hij zag wel iets in de Noordbrabantsche Lederhandel van Löwenstein. De schoonvader van Löwenstein, Leopold Eis, die vennoot was, wilde zijn aandeel in de zaak verkopen. Alfred en zijn broer Sally Maijer kochten Leopolds aandeel en werden mede-eigenaar van de lederhandel. De dagelijkse leiding kwam in handen van Kurt Löwenstein en Alfreds zoon Julius. Alfred en Sally Maijer keerden terug naar Duitsland waar ze een keten van 50 levensmiddelenwinkels hadden, welke zij wilden verkopen. In september 1938 kwamen Alfred en Sally Maijer naar Tilburg. Tijdens de oorlog kwam de lederhandel onder een Duitse Verwalter te staan. Na de oorlog werd de Noordbrabantsche Lederhandel een groot bedrijf. Julius Maijer leidde de productie, zijn vader en oom deden de verkoop. In 1954 traden Alfred en Sally uit en werd Julius Maijer de nieuwe directeur. Hij verkocht het bedrijf in 1976 aan Evert Jan Pezie. In 1979 werd de firma opgeheven. Kurt Löwenstein was tijdens de oorlog voorzitter van het Begrafenisgenootschap van de Nederlands-Israëlitische Gemeente Tilburg en juridisch adviseur van de Joodsche Raad. Zijn gezin was om die reden ‘gesperrt’ (tijdelijk vrijgesteld van deportatie). Omgekomen in Polen. Zijn ouders Alfred Löwenstein en Henriette Löwenstein-Rindskopf zouden de oorlog evenmin overleven.
  
 
==Gezinsleden==
 
==Gezinsleden==

Versie van 14 jul 2013 om 23:39



Familienaam: Löwenstein
Voornamen: Kurt
Geboortedatum: 10.6.1904
Geboorteplaats: Elberfeld (Dld.)
Adres: Jan Pieterszoon Coenstraat 13
Woonplaats: Tilburg
Gemeente: Tilburg
Beroep: directeur lederwarenfabriek
Huwelijkse staat: gehuwd
Overlijdensdatum: 30.11.1943
Leeftijd: 39 jaar
Plaats overlijden: Dorohucza (Polen)
Individuele gebeurtenis: Omgekomen in Polen.


Individuele gebeurtenis

Kurt Löwenstein was afkomstig uit Duitsland en kwam in 1933 in Tilburg wonen vanuit Rotterdam. Jurist Kurt Löwenstein richtte op 6 december 1934 de Noordbrabantsche Lederhandel en Lederfabriek op. Hij maakte in 1936 kennis met Alfred Maijer, een ondernemer uit Frankfurt, die in Tilburg op bezoek was. Maijer wilde zich, met het oog op de politieke ontwikkeling in Duitsland, inkopen in een Nederlands bedrijf. Hij zag wel iets in de Noordbrabantsche Lederhandel van Löwenstein. De schoonvader van Löwenstein, Leopold Eis, die vennoot was, wilde zijn aandeel in de zaak verkopen. Alfred en zijn broer Sally Maijer kochten Leopolds aandeel en werden mede-eigenaar van de lederhandel. De dagelijkse leiding kwam in handen van Kurt Löwenstein en Alfreds zoon Julius. Alfred en Sally Maijer keerden terug naar Duitsland waar ze een keten van 50 levensmiddelenwinkels hadden, welke zij wilden verkopen. In september 1938 kwamen Alfred en Sally Maijer naar Tilburg. Tijdens de oorlog kwam de lederhandel onder een Duitse Verwalter te staan. Na de oorlog werd de Noordbrabantsche Lederhandel een groot bedrijf. Julius Maijer leidde de productie, zijn vader en oom deden de verkoop. In 1954 traden Alfred en Sally uit en werd Julius Maijer de nieuwe directeur. Hij verkocht het bedrijf in 1976 aan Evert Jan Pezie. In 1979 werd de firma opgeheven. Kurt Löwenstein was tijdens de oorlog voorzitter van het Begrafenisgenootschap van de Nederlands-Israëlitische Gemeente Tilburg en juridisch adviseur van de Joodsche Raad. Zijn gezin was om die reden ‘gesperrt’ (tijdelijk vrijgesteld van deportatie). Omgekomen in Polen. Zijn ouders Alfred Löwenstein en Henriette Löwenstein-Rindskopf zouden de oorlog evenmin overleven.

Gezinsleden

Kurt was gehuwd met Rosa Eis. Zoon van Alfred Löwenstein en Henriette Löwenstein-Rindskopf.

Woonadres

Jan Pieterszoon Coenstraat 13 (Tilburg)