Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Kapucijnenklooster Biezenmortel geschiedenis

In de eerste jaren van de twintigste eeuw ontstonden in Midden-Brabant parochiekerken in kleinere katholieke gemeenschappen. Ook in de buurtschappen Biezenmortel en 't Winkel ontstond toen de behoefte aan een eigen parochiekerk, omdat de afstanden naar de kerk van Udenhout erg groot waren. Daarnaast kwamen ook in deze gemeente goed berijdbare wegen praktisch niet voor.

De bewoners ervaarden vooral in de donkere winterse dagen hoe lastig het was om een bezoek te brengen aan de kerk, de scholen, de kruidenier en andere dorpswinkels. Meerdere malen hadden de bewoners van beide buurtschappen bij de bisschop aangeklopt en daarbij aangedrongen mee te werken aan de stichting van een parochie.

Er komt versnelling indien Gouden Willem van Iersel bereid is een schenking te doen aan de Kapucijnen. Willem had grond aan de Udenhoutseweg onder Helvoirt. Maar het bisdom wilde een kerk dichter bij de buurtschappen Biezenmortel en ’t Winkel. Burgemeester Henricus van Heeswijk ging vervolgens de boer op om geld in te zamelen en om via ruilverkaveling en koop een aangesloten kavel grond te realiseren. Dat kwam er aan de Dreef, de oude laan op het landgoed van de Vorsselaer.

Meneer Willem liet op zijn grond in Helvoirt het klooster Joannes de Deo bouwen voor een broedercongregatie. De architect van het klooster is de kapucijner broeder Felix van Dennenburg, geboren als Kees Baijens. De ervaren bouwmeester werkte in 1919 en 1920 aan de tekeningen voor de bouw van het studieklooster te Biezenmortel. Hij kreeg verlof om het klooster iets royaler en iets luxer op te zetten dan de bestaande gebouwen elders. Dat paste eigenlijk niet in het principe van de Kapucijnen om sober te bouwen, maar komt wel ten goede aan de sfeer in het huis.

Herhaaldelijk verbleef Felix op het werk te Udenhout. Hij bestelde alle bouwmaterialen, verzorgde de keuring en de betaling. Hij onderhield contacten met de aannemer, doch het meest was hij te vinden in zijn timmerwinkel waar hij zelf de kozijnen en deuren vervaardigde. Behalve timmerman was hij ook nog stukadoor en bierbrouwer. Maar voordat de bouw echt uit de grond kwam, moest er eerst grondwerk verricht worden. De inwoners van Biezenmortel hadden aangeboden dit zware grondwerk te klaren en ook de benodigde stenen bij de steenfabriek Udenhout op te halen. Josje de Goolse Brekelmans was de belangrijkste aannemer. Op 15 juli 1920 werd de eerste steen van het klooster ingemetseld. Bij die gelegenheid gaf de burgemeester van Udenhout aan alle werklieden een extra bouwuitkering van twee gulden.