Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Hegh, J.: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
Deze fabriek wordt onderzocht door [[Putten, Rob van]]
+
Deze fabriek is onderzocht door [[Putten, Rob van]]
 
{{Infobox textielfabriek
 
{{Infobox textielfabriek
 
| naam          = J. Hegh
 
| naam          = J. Hegh

Versie van 13 jan 2017 om 16:02

Deze fabriek is onderzocht door Putten, Rob van

J. Hegh
Afbeelding gewenst
Type bedrijf Ververij
Vestigingsadres Nieuwlandstraat
Datum oprichting ca. 1803
Datum opheffing 1836 (faillissement)
Eigenaars / oprichters Johannes Hegh
Opvolging n.v.t.
Familieverbanden n.v.t.
Herkomst eigenaars / oprichters Boxmeer
Herkomst vreemd kapitaal Onbekend
Innovatieve aspecten n.v.t.
Reikwijdte van het bedrijf Lokaal

Algemene omschrijving

Jean Hegh, in 1785 geboren te Boxmeer, komt in de volkstelling van 1810 voor als 'tinturier' (lakenverver). Op 12-2-1810 trouwde hij met Marie Chretienne (Maria Christina) Heijnen, in 1781 geboren te Tilburg. Volgens de huwelijksakte woonde hij toen al zeven jaar in Tilburg. In de volkstelling van 1830 heet hij Johannis Hegh en zijn geboorteplaats is dan Cleeve (Kleef). Ofschoon ook in de huwelijksakte Boxmeer als geboorteplaats vermeld wordt, liggen de wortels van Johannes Hegh waarschijnlijk toch in Kleef. Kennelijk zijn zijn ouders later naar Boxmeer verhuisd (dat ten tijde van Johannes' geboorte geen deel uitmaakte van de Republiek der Verenigde Nederlanden). Een aanwijzing daarvoor is dat een zus van Johannes, Agnes Elisabeth, die in 1802 in Boxmeer trouwde met de Tilburger Jan Francis Donders, in 1781 in Kleef geboren was. Johannes Hegh had zijn lakenververij annex winkel aan de Nieuwlandstraat op de hoek met de Korte Schijfstraat. In 1836 werd hij failliet verklaard. Een deel van het onroerend goed kwam toen in handen van Jan Brouwers (notaris Beckers, 7-11-1836, akten 146, 149, 150 en 181), de grondlegger van Brouwers' lakenfabrieken, J.. Johannes Hegh wordt in 1837, samen met vijf anderen, door het Hof van Assisen te 's-Hertogenbosch veroordeeld wegens bedrieglijke bankbreuk. Hij krijgt daarvoor 15 jaar rasphuisstraf (BHIC, Rechtbank 's-Hertogenbosch, Toegang 21, Inv. nr. 10, rolnummer 147). Na het uitzitten van zijn straf verhuisde hij met zijn echtgenote naar Herentals (België). Hij overleed daar op 29-5-1865. Twee jaar eerder, op 6-6-1863 was zijn vrouw al overleden.

Gezinskaart

Opmerkingen

Bronnen