Donders, B.
Fabriek wordt onderzocht door Kleijberg, Claudy
Bernardus Donders | ||
Afbeelding gewenst | ||
Type bedrijf | Wollenstoffenfabriek | |
Vestigingsadres | Bisschop Zwijsenstraat 84 | |
Datum oprichting | Rond 17-07-1879 | |
Datum opheffing | 19-05-1882 | |
Eigenaars / oprichters | Bernardus Donders | |
Opvolging | Donders is gaan samenwerken met de firma De Laat en Janssen. | |
Familieverbanden | Zoon Joannes Cornelis Sebastianus Donders bezit later een smederij op het St.Annaplein 8. | |
Herkomst eigenaars / oprichters | Bernardus heet bij zijn geboorte Roijers, vanaf zijn tweede jaar heet hij Donders (zie opmerkingen) | |
Innovatieve aspecten | De fabriek heeft amper 3 jaar bestaan | |
Reikwijdte van het bedrijf | Internationaal (Duitsland) |
Algemene omschrijving
In 1979 huurt Donders de fabriek, kasteeltje genaamd, van Louis van Dooren aan de Zwijsenstraat en gaat daar zijn fabriek oprichten waar wollen stoffen worden gefabriceerd. De fabriek heeft niet lang stand gehouden, slechts 3 jaar.
Gezinskaart
Opmerkingen
Bernardus heet bij zijn geboorte Roijers, de naam van zijn moeder Wilhelmina Roijers die uit België komt. In 1850 is Bernard 2 jaar oud en zijn moeder Wilhelmina Roijers trout met Johannes Donders die van beroep politieagent is. Bernardus wordt erkend als zijn zoon en vanaf die tijd heet hij Donders.
Omdat Donders zijn schuld aan Sanders en Hoosemans niet kon voldoen is er een civiele procedure gestart, waarna de deurwaarder een deel van de goederen van Donders verkocht (executoriale verkoop) om Sanders en Hoosemans schadeloos te stellen. Kennelijk is er kort na de aankondiging van de executoriale verkoop (door Sanders en Hoosemans en/of andere schuldeisers) alsnog het faillissement aangevraagd. Ondanks het faillissement geeft de rechter-commissaris toch toestemming om de executoriale verkoop door te laten gaan.
Het faillissement van Donders zal later weer opgeheven zijn, waarna hij is gaan samenwerken met De Laat en Janssen. Die firma kon blijkbaar niet aan zijn financiële verplichtingen voldoen, en omdat alle firmanten hoofdelijk aansprakelijk zijn, zijn ze alle drie in 1885 failliet verklaard.