Deen, Willy: verschil tussen versies
Regel 54: | Regel 54: | ||
==Individuele gebeurtenis== | ==Individuele gebeurtenis== | ||
− | Willy Deen was afkomstig uit een aanzienlijke Joodse Tilburgse familie van fabrikanten, die belangrijke bestuursfuncties vervulde binnen de Joodse gemeenschap. De familie zou echter in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw in economische en sociale zin neerwaarts dalen. Willy begon een zeepziederij, maar na een motorongeluk in 1936 waarvan hij niet geheel herstelde, was het armoe troef in het gezin Deen. Wel werden de kinderen Helga Deen en Klaus Gottfried Albert Deen door hun ouders vertrouwd gemaakt met natuur en cultuur. Willy gaf schaakles op de Openbare Lagere School van zijn kinderen. In februari 1940 besloten de Deens een twaalfjarig Duits-joodse vluchtelinge op te nemen: Gerda Nothmann, dochter van een advocaat uit Berlijn. In de oorlog was Willy Deen actief in de Joodsche Raad. Hij was vanaf 1 maart 1941 verantwoordelijk voor de reis- en verhuisvergunningen. De schriftelijke vergunningen konden à 25 cent niet alleen op het kantoor van de Joodse Raad afgehaald worden, maar op zondag tussen 9.30 uur en 10.00 uur ook bij hem thuis. Tevens behartigde Deen namens de Joodsche Raad de onderwijsbelangen van de Joodse gemeenschap in Tilburg en was hij bestuurslid van de Joodsche Centrale voor Beroepsopleiding (JCB). Vanwege de functies van Willy bij de Joodsche Raad was het gezin ‘gesperrt’, waardoor het lange tijd niet op deportatielijsten gezet werd. Op 10 februari 1943 moest de familie het adres Pelgrimsweg 45 verlaten om plaats te maken voor de (NSB) | + | Willy Deen was afkomstig uit een aanzienlijke Joodse Tilburgse familie van fabrikanten, die belangrijke bestuursfuncties vervulde binnen de Joodse gemeenschap. De familie zou echter in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw in economische en sociale zin neerwaarts dalen. Willy begon een zeepziederij, maar na een motorongeluk in 1936 waarvan hij niet geheel herstelde, was het armoe troef in het gezin Deen. Wel werden de kinderen Helga Deen en Klaus Gottfried Albert Deen door hun ouders vertrouwd gemaakt met natuur en cultuur. Willy gaf schaakles op de Openbare Lagere School van zijn kinderen. In februari 1940 besloten de Deens een twaalfjarig Duits-joodse vluchtelinge op te nemen: Gerda Nothmann, dochter van een advocaat uit Berlijn. In de oorlog was Willy Deen actief in de Joodsche Raad. Hij was vanaf 1 maart 1941 verantwoordelijk voor de reis- en verhuisvergunningen. De schriftelijke vergunningen konden à 25 cent niet alleen op het kantoor van de Joodse Raad afgehaald worden, maar op zondag tussen 9.30 uur en 10.00 uur ook bij hem thuis. Tevens behartigde Deen namens de Joodsche Raad de onderwijsbelangen van de Joodse gemeenschap in Tilburg en was hij bestuurslid van de Joodsche Centrale voor Beroepsopleiding (JCB). Vanwege de functies van Willy bij de Joodsche Raad was het gezin ‘gesperrt’, waardoor het lange tijd niet op deportatielijsten gezet werd. Op 10 februari 1943 moest de familie het adres Pelgrimsweg 45 verlaten om plaats te maken voor de (NSB-)inspecteur van Politie H.K. Burger. Het gezin Deen trok in bij de moeder van Willy, de weduwe Gertrud Deen-Wolff, die woonde aan de Heuvelstraat. Willy is op 1 juni 1943 gedeporteerd naar concentratiekamp Vught, op 2 juli 1943 naar Westerbork, op 13 juli 1943 op transport naar Sobibor. Omgekomen in concentratiekamp Sobibor. |
==Gezinsleden== | ==Gezinsleden== |
Versie van 18 jan 2013 om 01:59
Familienaam: | Deen |
---|---|
Voornamen: | Willy |
Geboortedatum: | 3.3.1891 |
Geboorteplaats: | Tilburg |
Adres: | Pelgrimsweg 45 |
Woonplaats: | Tilburg |
Gemeente: | Tilburg |
Beroep: | vertegenwoordiger |
Huwelijkse staat: | gehuwd |
Overlijdensdatum: | 16.7.1943 |
Leeftijd: | 52 jaar |
Plaats overlijden: | Sobibor |
Individuele gebeurtenis: | Als jood gearresteerd en omgekomen in het concentratiekamp Sobibor |
Individuele gebeurtenis
Willy Deen was afkomstig uit een aanzienlijke Joodse Tilburgse familie van fabrikanten, die belangrijke bestuursfuncties vervulde binnen de Joodse gemeenschap. De familie zou echter in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw in economische en sociale zin neerwaarts dalen. Willy begon een zeepziederij, maar na een motorongeluk in 1936 waarvan hij niet geheel herstelde, was het armoe troef in het gezin Deen. Wel werden de kinderen Helga Deen en Klaus Gottfried Albert Deen door hun ouders vertrouwd gemaakt met natuur en cultuur. Willy gaf schaakles op de Openbare Lagere School van zijn kinderen. In februari 1940 besloten de Deens een twaalfjarig Duits-joodse vluchtelinge op te nemen: Gerda Nothmann, dochter van een advocaat uit Berlijn. In de oorlog was Willy Deen actief in de Joodsche Raad. Hij was vanaf 1 maart 1941 verantwoordelijk voor de reis- en verhuisvergunningen. De schriftelijke vergunningen konden à 25 cent niet alleen op het kantoor van de Joodse Raad afgehaald worden, maar op zondag tussen 9.30 uur en 10.00 uur ook bij hem thuis. Tevens behartigde Deen namens de Joodsche Raad de onderwijsbelangen van de Joodse gemeenschap in Tilburg en was hij bestuurslid van de Joodsche Centrale voor Beroepsopleiding (JCB). Vanwege de functies van Willy bij de Joodsche Raad was het gezin ‘gesperrt’, waardoor het lange tijd niet op deportatielijsten gezet werd. Op 10 februari 1943 moest de familie het adres Pelgrimsweg 45 verlaten om plaats te maken voor de (NSB-)inspecteur van Politie H.K. Burger. Het gezin Deen trok in bij de moeder van Willy, de weduwe Gertrud Deen-Wolff, die woonde aan de Heuvelstraat. Willy is op 1 juni 1943 gedeporteerd naar concentratiekamp Vught, op 2 juli 1943 naar Westerbork, op 13 juli 1943 op transport naar Sobibor. Omgekomen in concentratiekamp Sobibor.
Gezinsleden
Willy was gehuwd met Käthe Wolff en vader van Helga Deen en Klaus Gottfried Albert Deen.
Woonadres
Literatuur
Ad van den Oord, Ronald Peeters en Ton Wagemakers, 'Helga Deen 1925-1943. Een levensverhaal van achttien jaar, drie maanden en zeven dagen', in Dit is om nooit te vergeten. Dagboek en brieven van Helga Deen 1943 (Tilburg/Amsterdam 2007) 97-136.