BEKA Van den Bergh Krabbendam: verschil tussen versies
Regel 31: | Regel 31: | ||
Het bedrijf werd door zonen van Pieter van den Bergh opgericht, waarschijnlijk met het geld van hun vader. Het was gelegen aan de Heuvel daar waar thans de Pastorie van de Parochie van de Heuvelkerk staat. Destijds naast de vollerij van de vader. | Het bedrijf werd door zonen van Pieter van den Bergh opgericht, waarschijnlijk met het geld van hun vader. Het was gelegen aan de Heuvel daar waar thans de Pastorie van de Parochie van de Heuvelkerk staat. Destijds naast de vollerij van de vader. | ||
− | Beka van den Bergh Krabbendans was een goed geleid bedrijf dat technische ontwikkelingen volgde en steeds de tering naar de nering zette en daar ook openlijk voor uit kwam in krantenberichten, met PR richting personeel en v.v. Zo voerden ze bijvoorbeeld actieve reclamecampagnes met ijsbeer op stofrol voor BEKA Flanel. Uit het fabriekskapitaal kwamen voort [[AaBe]] (een voortzetting van [[Spaendonck, v/h Gebr. van]]) & [[L.E. van den Bergh]]; F.A. Swagemakers, [[Swagemakers Caesar]] en [[Hoeve, N.V. Wollenstoffenververij de]] werden opgekocht en door familieleden | + | Beka van den Bergh Krabbendans was een goed geleid bedrijf dat technische ontwikkelingen volgde en steeds de tering naar de nering zette en daar ook openlijk voor uit kwam in krantenberichten, met PR richting personeel en v.v. Zo voerden ze bijvoorbeeld actieve reclamecampagnes met ijsbeer op stofrol voor BEKA Flanel. Uit het fabriekskapitaal kwamen voort [[AaBe]] (een voortzetting van [[Spaendonck, v/h Gebr. van]]) & [[L.E. van den Bergh]]; F.A. Swagemakers, [[Swagemakers Caesar]] en [[Hoeve, N.V. Wollenstoffenververij de]] die werden opgekocht en door familieleden of professionele directeuren van buiten de familie werden geleid. |
− | Familie van den Bergh was Nederlands Hervormd, huwelijkspartners zocht men buiten de stad Tilburg. Zo kwam de laatste directeur, Paul Rubens bijvoorbeeld uit Amsterdam. Hij was gehuwd met de enige aandeelhoudster Mevrouw E.F. Rubens Van den Bergh, dochter van de voorlaatste directeur | + | Familie van den Bergh was Nederlands Hervormd, huwelijkspartners zocht men buiten de stad Tilburg. Zo kwam de laatste directeur, Paul Rubens bijvoorbeeld uit Amsterdam. Hij was gehuwd met de enige aandeelhoudster Mevrouw E.F. Rubens Van den Bergh, dochter van de voorlaatste directeur. De laatste mededirecteur heette Tijmen Vedder. Passend in de traditie, dat de aandeelhouders werkten met directeuren van buiten de familie. |
==Gezinskaart== | ==Gezinskaart== |
Versie van 29 nov 2016 om 17:08
Fabriek wordt onderzocht door Eras, George
Algemene omschrijving
Het bedrijf werd door zonen van Pieter van den Bergh opgericht, waarschijnlijk met het geld van hun vader. Het was gelegen aan de Heuvel daar waar thans de Pastorie van de Parochie van de Heuvelkerk staat. Destijds naast de vollerij van de vader.
Beka van den Bergh Krabbendans was een goed geleid bedrijf dat technische ontwikkelingen volgde en steeds de tering naar de nering zette en daar ook openlijk voor uit kwam in krantenberichten, met PR richting personeel en v.v. Zo voerden ze bijvoorbeeld actieve reclamecampagnes met ijsbeer op stofrol voor BEKA Flanel. Uit het fabriekskapitaal kwamen voort AaBe (een voortzetting van Spaendonck, v/h Gebr. van) & L.E. van den Bergh; F.A. Swagemakers, Swagemakers Caesar en Hoeve, N.V. Wollenstoffenververij de die werden opgekocht en door familieleden of professionele directeuren van buiten de familie werden geleid.
Familie van den Bergh was Nederlands Hervormd, huwelijkspartners zocht men buiten de stad Tilburg. Zo kwam de laatste directeur, Paul Rubens bijvoorbeeld uit Amsterdam. Hij was gehuwd met de enige aandeelhoudster Mevrouw E.F. Rubens Van den Bergh, dochter van de voorlaatste directeur. De laatste mededirecteur heette Tijmen Vedder. Passend in de traditie, dat de aandeelhouders werkten met directeuren van buiten de familie.
Gezinskaart
- Interne link naar gezinskaart
Opmerkingen
Het bedrijf sloot de productie in 1968 op economische gronden, wegens wegvallen van markten door buitenlandse concurrentie. Stoppen was naast rationeel op commerciële gronden ook met respect voor het personeel (278 werknemers werden ontslagen), dat een afvloei-regelingen meekreeg.