Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

1940-1945; Het leven van Jos Snijers tijdens de Tweede Wereldoorlog

Jos, zoon van Janus Snijers en Marie Kieboom, geboren in Keizersdijk 6, Raamsdonksveer op 17 december 1923.

De oorlogsellende begon voor Jos Snijers toen hij 18 jaar was. In die tijd werkte hij in een fabriek in Raamsdonksveer, waarvan de baas Duits was. Om te voorkomen dat hij door de nazi’s in Nederland zou worden opgepakt en gedeporteerd, zorgde zijn werkgever ervoor dat Jos naar zijn fabriek in Essen in Duitsland kon komen om daar te werken, zodat hij veiliger zou zijn gedurende de oorlog. Daar heeft Jos een hele tijd gewerkt maar uiteindelijk besloot hij toch terug te keren naar Geertruidenberg. Op een avond in 1943 toen hij daar stond te praten met iemand werd hij opgepakt en vervolgens naar een straf-/werkkamp in Amersfoort gebracht.

Van oorsprong was Kamp Amersfoort een kazerneterrein van het Nederlandse leger. Vanaf augustus 1941 werden er door de nazi’s verschillende groepen opgesloten, zoals verzetsstrijders, ontduikers van de Arbeitseinsatz, communisten, gijzelaars, (vermeende) criminelen zoals zwarthandelaren, slachtoffers van razzia’s, ca. 2.500 Joden, ca. 220 Amerikaanse staatsburgers, ca. 120 Jehova’s getuigen en 100 Sovjet-krijgsgevangenen. Naar schatting driekwart werd naar andere kampen doorgevoerd voor dwangarbeid, waarvan velen nooit zijn teruggekeerd.

Uiteindelijk kwam de directeur van de fabriek in Essen, waar Jos nog had gewerkt, te weten dat hij in gevangenschap zat. De directeur diende een aanvraag in om hem terug te krijgen, om te werken in de Duitse fabriek. Deze aanvraag werd goedgekeurd en Jos werd teruggestuurd naar Duitsland. In feite had de directeur hem bevrijd. Er werd niks gezegd over het feit dat hij daar vorige keer had gewerkt en was gestopt, noch over zijn aanhouding in 1943. Het werk werd gedaan, zonder vragen te stellen.

Een van de paspoorten van Jos Snijers

Toch slaagde Jos erin om voor de tweede keer Duitsland te verlaten en terug te komen naar Nederland, met behulp van de ondergrondse.

Daarbij werd gebruikt gemaakt van valse identiteitsbewijzen. Op de afbeelding hiernaast staat een van de vele paspoorten die Jos heeft gehad tijdens de oorlog. Dit is een echte die hij bijna was kwijtgeraakt tijdens een granaatinslag, maar hij heeft ook verscheidene valse in zijn bezit gehad.

Terug in Nederland, in 1944, werd hij gezocht mede vanwege zijn activiteiten in het verzet. Thuis was het dus niet meer veilig. Hij dook onder bij een officiersweduwe in Den Haag. Toen de Duitsers op een gegeven moment in dat huis een inval deden, was Jos al gevlucht. Als vergelding hebben ze toen de zoon van de weduwe in elkaar gestampt en die heeft verraden dat Jos was weggevlucht op de fiets. Fietsbanden waren er inmiddels niet meer, dus fietsen gebeurde op de velgen. Omdat dit erg traag gaat werd hij al snel ingehaald door de Duitsers die hem achterna kwamen en ze pakten hem op.

Die dag voor zijn verjaardag, op 16 december 1944, werd hij opgepakt en in gevangenschap gezet in het Oranje Hotel te Scheveningen. Dit is een van de bekendste gevangenissen in Nederland uit de Tweede Wereldoorlog. De reden die de Duitsers voor zijn arrestatie opgaven was spionage. Zo’n drie maanden heeft hij daar vast gezeten. Uiteindelijk op 22 februari 1945 werd hij gedeporteerd vanuit het Oranje Hotel naar het concentratiekamp Auschwitz.

Met een trein werden gedetineerden gedeporteerd naar Auschwitz met als doel daar te werken of vermoord te worden. In Duitsland, bij een spoorwissel gelukte het Jos om samen met vijf andere mannen te ontsnappen uit de trein. Het hele eind hebben ze teruggelopen en uiteindelijk heeft hij kunnen onderduiken in Gelderland bij de zusters. Zij hielpen ook andere onderduikers. Langzaamaan tegen het eind van de oorlog werden delen van Nederland bevrijd en konden veel onderduikers terug naar huis. Maar Jos kon nog niet naar huis en moest ook weg bij de zusters omdat er niet genoeg eten meer was. Daarom zochten de zusters een andere plek voor hem en hij kon onderduiken bij een gezin op een boerderij.

Dat gezin bestond al uit vader, moeder en negen kinderen en verborg ook al twee onderduikers. De moeder was enorm bang en bij het geluid van een vliegtuig holde iedereen al de kelder in. Ze hebben daar onder vuur gelegen en inslagen meegemaakt door de vliegtuigen die over vlogen. Jos ging niet mee in de kelder, hij was ergens anders verstopt, tussen het hooi. De Duitsers hebben er nog in geprikt met geweren. Hij waakte als het ware een beetje over de familie. De andere twee onderduikers waren verstopt in de molen.

In de wei stond het trekpaard van de familie terwijl de granaten werden gedropt. Samen met een van de andere onderduikers is Jos toen het paard gaan halen. Daar was de familie hem zeer dankbaar voor en zo kon hij toch iets terugdoen voor hun goedheid om hem onderdak te verschaffen. Zolang hij nog geen bericht had gehad van het thuisfront waren ze niet van plan hem te laten vertrekken. Hij zou immers geen eten of onderdak kunnen hebben. Al die tijd heeft hij daar mogen blijven. Via het Rode Kruis is hij uiteindelijk in juni 1945 terug kunnen gaan naar zijn ouderlijk huis.

Na de oorlog is hij nog terug op bezoek geweest bij het gezin waar hij zo lang had mogen onderduiken. Ook heeft hij nog verschillende keren het Oranjehotel bezocht dat inmiddels als nationaal monument open is voor bezoekers. Mensen die de oorlog hebben meegemaakt en daar destijds vast hebben gezeten werden jaarlijks uitgenodigd en hebben een gedenkboek gekregen van het Oranjehotel.

In dit boek staan allerlei teksten die op de muren en deuren van de gevangenis staan die destijds geschreven waren door de gedetineerden. Ook staan er verhalen in van mensen die het hebben overleefd en veel meer. Ook de gevangenen van toen staan erin met hun naam, gegevens en reden voor arrestatie destijds.

Onderaan een pagina in het boek staat ook Jos met zijn gegevens van destijds nl. dat hij in 1944 is opgepakt voor spionage en vanuit het Oranje Hotel op transport is gezet.

Gedenkboek Oranjehotel
Gevangenenlijst Oranjehotel


Dit verhaal is tot stand gekomen aan de hand van een interview dat een kleindochter heeft gehouden met haar opa Jos Snijers. Zij zegt hierover: “Het is moeilijk om alles wat in zo een grote periode is gebeurd samen te vatten en op papier te zetten. Mijn opa heeft heel Nederland door gereisd gedurende de oorlog, is bij heel veel verschillende mensen ondergedoken en heeft in die tijd veel dingen meegemaakt die nu ondenkbaar lijken. Dit is maar moeilijk voor te stellen nu. Uiteindelijk door dit interview ben ik te weten gekomen hoe voor hem de Tweede Wereldoorlog eruit heeft gezien. In detail heeft hij mij alles kunnen vertellen. Ik heb veel respect voor wat hij heeft gedaan en meegemaakt.”


Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? opdekaart@veerserfgoed.nl