Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Zwervers

Op d’n oven sliepen geregeld zwervers. Geen wonder, want daar was altijd wel een warm plaatsje te vinden. Dat werd getolereerd. Jarenlang hebben Walter de Boer, Broer Zegers en Toontje Bremen er geslapen. Deze laatste had op het seminarie gezeten, was daar weggestuurd en daarna was hij gaan zwerven. ’s Ochtends vertrokken de zwervers weer en sommigen kregen eten op Assisië. Walther de Boer had zelfs een kast met kleren boven op de oven. Tegen de avond kwam hij, pakte zijn kruiwagen, gooide zijn matrasje erin reed naar een ovenpoort en ging daar slapen. Hij ging rond met het vuur. Als het koud was dan zette hij bij de ringovens een plank voor de ovenpoort tegen de wind. De laatste jaren ging hij overdag klusjes doen zoals de tuin bijhouden bij de verloskundige juffrouw Van der Sterre. ’s Zondags ging hij niet “te veld”, want hij was gereformeerd. Zo heeft hij dat wel 20 jaar volgehouden. Met de Kerst werd hij wel hier of daar uitgenodigd om te komen eten zoals bij de familie Spaan. Hij heeft nooit op de oven gewerkt. Een andere zwerver noemde men de Friese Herenbaai naar een merk tabak. Ook hij ging regelmatig eten op Assisië. Driekske van Turnhout was een toddenboer. Hij handelde in lompen en metalen. Hij had bij de Posthoorn in Oisterwijk gewoond en was door zijn vrouw buiten gezet. Hij had een driewielerbakfiets en daar had hij een huif overheen gemaakt. Daaronder woonde hij. Driekske stond geparkeerd achter Sint-Joseph. Hij was erg vervuild. Hij heeft ook even op de oven gewerkt. Zijn baas Mart Nelissen ging naar hem toe en zei: “ik hou jou al drie kwartier in de gaten en ge het nog niks gedaan”. Hij antwoordde: “dan hedde gij ok veul tèèd”.