Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Wonder 1

De in Udenhout geboren pastoor Martinus Verhoeven was pastoor van De Mortel van 1904 tot 1927. Van hem wordt het volgende verhaal verteld: Er was in De Mortel een jongen, Harrieke geheten. Het was in 1913. De jongen werd door zijn moeder op pad gestuurd om een kruikske melk te gaan halen op de melkfabriek. Vol goede moed ging de jongen te voet naar de melkfabriek en liet het kruikske vullen met melk. En vol goede moed ging de jongen weer huiswaarts, naar buurtschap de Smagt. Maar wat doet zo’n jongen? Het kruikske wordt zwaar en dan stop je even. Je komt andere jongens tegen en je speelt en stoeit samen wat. En na een tijdje krijgt Harrieke dorst en besluit een slokje te nemen uit zijn kruikske. Deksel eraf en drinken, maar… o nee, Lieve Heer, de melk was veranderd in gewoon water. Harrieke barstte in huilen uit, tranen met tuiten. Plots, als geroepen, stond daar pastoor Verhoeven, die zei: “Maar, m’n beste jongen, wat scheelt eraan?”. Harrieke vertelt zijn verhaal en benadrukt dat hij best van zijn vader en moeder een slokje had mogen drinken. Maar hij mag natuurlijk nooit en te nimmer met een kruikske water thuis aan komen, absoluut niet. Pastoor Verhoeven had wel eens voor hetere vuren gestaan. Hij sprak: “Harrieke, mijn zoon, gelooft ge in wonderen?”. Harrieke, een pienter manneke, zei: “Jawel, mijnheer pastoor. Maar toch wil ik de wonderen eerst liever zien en dan geloven”. Mijnheer pastoor pakte zijn wandelstok en liet hem in het kruikske zakken. En onder het prevelen van een gebedje, begon hij in ’t kruikske te roeren. En Harrieke ziet met eigen ogen hoe het water weer in mooie melk veranderde. Het wonder is geschied. De pastoor wandelt door. En de jongen, die zet het op een lopen, snel naar huis en hij riep voortdurend “Een wonder! Een wonder!”.