Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Wilhelmine Le Mire - Van Franckenberg en Proschlitz


Wilhelmine Le Mire - Van Franckenberg en Proschlitz
WilhelmineLeMire.jpg


Wilhelmine Le Mire - Van Franckenberg en Proschlitz (1794-1863) Op het kasteel ‘De Strijdhoef’ wordt een collectie aquarellen bewaard van Wilhelmina van Franckenberg en Proschlitz, de echtgenote van Théophile François Le Mire. Zoals gebruikelijk voor meisjes uit vermogende adellijke gezinnen kreeg zij een degelijke opvoeding, waartoe ook kennis van de Nederlandse cultuur behoorde. In het kasteelarchief bevinden zich lijstjes van boeken vooral uit de Franse literatuur, A. Dumas, enzovoorts, maar ook werken van Nederlandse auteurs: H Tollens, E. Potgieter en W. Bilderdijk. In het archief zijn schriftjes bewaard, waarin Wilhelmine teksten overschreef. Zij heeft leren tekenen en schilderen. “D’apres nature” was haar werkwijze. Van haar zijn ruim 230 aquarellen bewaard gebleven in De Strijdhoef. In 1984 is haar werk beschreven in een scriptie van Jeanne Hoogenboom. De collectie aquarellen wordt bewaard in een album, dat bestaat uit grote vellen blauw papier, ingebonden in een band van gemarmerd papier met een leren rug, waarop in gouddruk W.E.J. van Franckenberg en Proschlitz staat. Het eerste deel is gevuld met schilderingen van bloemen (nummers 1 tot en met 148), soms enkele bloemen, soms een blad vol door elkaar geschilderde bloemen. Het tweede deel bestaat uit geschilderde allegorieën (nummers 153 tot en met 185), voorstellingen van abstracte begrippen als medelijden, vrolijkheid, afgunst, enzovoorts. Het laatste deel is een grillige verzameling tekeningen en studies in Oost-Indische inkt en in potlood. Een klein deel van de schilderijen is ingelijst, bijvoorbeeld de schildering van “het Huis De Groote Strijdhoef”, de oudst bekende afbeelding van het kasteel. Van 16 tot en met 27 mei 1985 was er op kasteel De Strijdhoef een expositie van aquarellen van Wilhelmina van Franckenberg en Proschlitz. Er werden ruim 50 objecten van haar tentoongesteld. Het betrof aquarellen, allegorieën, gravures, litho's, vervaardigd in de periode van 1809 tot 1861.