Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vondeling Udenhout 1740

In 1740 werd in Udenhout een kind te vondeling gelegd. De ouders van het kind bleven onvindbaar. Het was gebruikelijk dat het kind een achternaam kreeg die was afgeleid van de vindplaats. Het in Udenhout gevonden kind zal mogelijk aan de slootkant zijn gevonden. Het meisje kreeg de naam Mieke van de Wal. Het levensonderhoud van de vondeling werd bekostigd door de Udenhoutse armentafel die Mieke in de kost onderbracht in het gezin van Adriaan Geert van Broekhoven en Maria Jan de Ridder. Dit echtpaar had zelf twee dochters, Catharina en Willemijn, die toen rond de twintig jaar waren. De familie woonde waarschijnlijk in de kom van Udenhout aan de Kruisstraat want als in 1762 de dochters de erfenis verdelen, zijn er een huis en erf en nog een klein huisje aan de Udenhoutse Kruisstraat. Adriaan van Broekhoven beurde 21 gulden en 10 stuivers per jaar aan kostgeld voor Mieke van de Wal. Behalve het kostgeld werd er ook geld uitgegeven voor kleding zoals een borstrok, hemden, een “kort jackxen”, kousen, voorschoot, broek, sokken, schoenen en mutsen. In 1749 wordt voor het laatst kostgeld betaald voor Mieke van de Wal. Vermoedelijk zal Mieke, toen ze een jaar of tien was, in staat zijn geacht zelf in haar kost te kunnen voorzien als meid.

Zie ook