Trauw(e)ste
(traawste), bw., in grote trekken, bijna. Waarschijnlijk is het woord ontstaan uit te ruwste en betekent het letterlijk ‘grosso modo’. WNT vermeldt de uitdrukking uit den rouwe, onafgewerkt, niet precies; voorbeeld: uit den rouwe schaven. Bij ruw wordt vermeldt: in ‘t ruwe en ten ruwe, oppervlakkig, in grote trekken, globaal. Meestal duidt het woord op naderende voltooiing: traawste klaor.