Toen
(ook toe), bw., nadere bepaling bij een aangegeven tijdstip in het verleden met ongeveer de betekenis: ‘daar’ of ‘zo’ in ‘daarstraks’ en ‘zoëven’, bv. in toe krèk of toen nèt, zojuist nog, nog pas geleden; toen gistere, gisteren nog; toe strak, nog niet lang geleden, en toen urst, wat langer geleden; wat kinderlijk.