Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Tiendrechten

Op vele landbouwgronden en dieren heerste vroeger, ook in onze streek, het eeuwenoude tiendrecht, dat door de boeren jaarlijks betaald moest worden aan tiendheren (tiendheffers of -gaarders). Noem het maar belasting. De oorsprong van het tiendrecht is moeilijk vast te stellen. De tiend is een belasting in natura, die drukt op landerijen en levend vee. De overheid heft in het algemeen de tienden. In het verleden heeft de overheid het tiendrecht meermalen geschonken aan kerken en kloosters, wanneer die zich bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt. Die instellingen nemen vervolgens de inning van het recht ter hand. Op oude kadastrale kaarten van Udenhout is nog te zien welke delen van de voormalige gemeente Udenhout in de vorige eeuw belast zijn met tiendrechten. Zo kennen we onder meer de Oude en Nieuwe Tiend, de Hoornmanke Tiend, de Hooghoutsche Tiend, de Novaliatiend en de Lacostetiend. Wat was de praktijk? Wanneer na de oogst het koren in hopen op de akker staat, worden vanwege de tiendheffer de tiende, de twintigste, de dertigste en de veertigste hoop gemerkt. De vijftigste is belastingvrij. Vervolgens haalt de boer de oogst binnen, maar laat de gemerkte hopen op het veld staan. Dan worden de overgebleven gemerkte schoven op de akker verkocht. De opbrengst is voor de tiendrechtbezitters. Deze vorm van eenzijdige belasting is voor de boeren een doorn in het oog en roept dan ook de nodige weerstanden op. De verkopingen worden zodanig geboycot dat voerlui van buiten Udenhout moeten komen om het koren op de akkers op te halen en te lossen op de verzamelplaats nabij de losplaats van de Nederlandsche Spoorwegen. Scheldpartijen aan het adres van de onderkruipers zijn het gevolg. Meermalen moet de politie ingrijpen. Afgeschaft bij de Tiendwet van 1907.