Terwijl
voegw. en bw., archaïsch uitgesproken als tierewelle, te dier wijle, intussen, middelerwijl; als achtervoegsel gevolgd door dè (dat).
voegw. en bw., archaïsch uitgesproken als tierewelle, te dier wijle, intussen, middelerwijl; als achtervoegsel gevolgd door dè (dat).