Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Taal persoonlijk voornaamwoord

In Udenhout spreekt een man niet over ‘mijn vrouw’, maar over ‘ons vrouw’; een vrouw spreekt niet over ‘mijn man’, maar over ‘menne meens’. En een boer spreekt over ‘men koei’.


Een bespiegeling van Cornelis Verhoeven:

Als ik op de kostschool zei: onze vader, zoals bij ons gebruikelijk was en zoals van ons huis werd gesproken en zelfs onze vader werd gezegd door kinderen die geen broertjes en zusjes hadden, werd ik soms gecorrigeerd met een flauwe aanvulling als “die in de hemel zijt”! Of er werd verondersteld dat ons alleen maar “van jou en mij” betekende en niet “van mij en anderen” zoals in ons huis. Ik ging dus laf als ik was ook maar mijn vader zeggen, om niet nog meer gezeur aan mijn hoofd te hebben, maar ik deed dat toch met een slecht geweten.

“Ik durfde op de kostschool niet te zeggen dat ik in Udenhout in de Kuil woonde. Dat is een adres waar een jongen van de kostschool zich voor schaamt. Ik zei altijd dat ik in de Slimstraat woonde”.