Tèène
bw/bn., 1. op het einde, op het laatst, ons hèùs ston himmòl tèène de stroat, ons huis stond helemaal aan het einde van de straat; 2. uitgeput, ik zèè tèène òssem van et hardlôope, ik ben buiten adem van het hardlopen.
bw/bn., 1. op het einde, op het laatst, ons hèùs ston himmòl tèène de stroat, ons huis stond helemaal aan het einde van de straat; 2. uitgeput, ik zèè tèène òssem van et hardlôope, ik ben buiten adem van het hardlopen.