Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Steenfabrieken, veldovens 19e eeuw Udenhout

Het gemeenteverslag van 1859 maakt melding van twee steenbakkerijen (denk aan grotere veldovens). Er werken dan twaalf mannen. Cornelis Verhoeven levert in 1861 stenen voor het gemeentehuis. In de periode 1860-1864 werken er tien mannen in twee steenbakkerijen. In 1865 komt er een derde steenbakkerij bij. Nu werken er vijftien mannen en 21 kinderen in de steenfabricage. Op 3 februari 1866 vraagt Adriaan van Baal, die op dat moment geen beroep heeft, vergunning om een steenbakkerij te beginnen op een perceel bouwland sectie B nummer 1611. Op 17 oktober van datzelfde jaar komt er opnieuw een verzoek binnen om een steenbakkerij te beginnen, dit keer van Cornelis de Bever (1821-1873). Hij wil op de percelen sectie E nummers 72 en 822 (aan de Kreitenmolenstraat) een steenbakkerij oprichten. De gebouwen komen op een afstand van 25 ellen (zie onder) van de Kreitenmolenstraat te staan. In 1870 gaat ook Martinus van Iersel in Biezenmortel een veldsteenoven beginnen. Hij kiest daarvoor een perceel aan de noordkant van de Biezenmortelse straat, kadastraal sectie C nummer 138. In 1888 verzoekt Adriaan van der Loo om een vergunning om op perceel sectie E nummer 901 een steenbakkerij op te richten. Dat perceel ligt nabij Quatre Bras. De veldoven van Adriaan van der Loo, zijn drie zoons werkten volop mee, is de enige die nog een hele tijd actief blijft in Udenhout. De jaarverslagen van 1890 tot en met 1910 blijven melding maken van een ambachtelijke steenbakkerij met drie mannen en vier jongens die daar de kost verdienen.


Een El: In verband met de heffing van accijns werd de Haagse el (69,4 cm) in 1725 de nationale standaard. Bij de invoering van het Nederlands metriek stelsel in 1820 werd de el gelijkgesteld aan een meter. In 1869 werd de naam ‘el’ vervangen door ‘meter’. Dus hier 25 meter