Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Spaandonk, Joseph Alphons Maria van

Joseph Alphons Maria van Spaandonk
JAM van Spaandonk.jpg
Bron: Netwerk Oorlogsbronnen
Volledige namen Joseph Alphons Maria van Spaandonk
Geboortedatum 06-03-1891
Geboorteplaats Tilburg
Adres Heuvel 72
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Paulina Utrecht
Beroep Onderluitenant infanterie
Overlijdensdatum 29-11-1943
Plaats van overlijden Op zee bij het eiland Kangean (ID)
Bijzonderheden Overleden als gevolg van de torpedering van de Suez Maru, een Japans transportschip.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

van Spaandonk, Joseph Alphons Maria, geboren in Tilburg op 06-03-1891, gehuwd met Paulina Utrecht (1901), vijf kinderen. Onderluitenant bij de infanterie. Zoon van Arnoldus Hubertus van Spaandonk (1840-1926) en Wilhelmina Donders (1847-1907). Joseph van Spaandonk is op 29-11-1943 gestorven in de Javazee ter hoogte van het eiland Kangean (ID). Hij was aan boord van het Japans transportschip ‘Suez Maru’. Het schip vervoerde krijgsgevangenen en was op weg naar Soerabaja (ID) toen het werd getorpedeerd.

Achtergrond

Joseph Alphons Maria van Spaandonk wordt geboren in Tilburg op 6 maart 1891. Hij is de zoon van Arnoldus Hubertus van Spaandonk (Tilburg 1840-1926) en Wilhelmina Donders (Udenhout 1847 – Tilburg 1907). Vader Arnoldus is wever, net als zijn eigen vader. Moeder Wilhelmina is de dochter van een akkerbouwer. Zij is voor haar huwelijk naaister. Arnoldus en Wilhelmina trouwen in 1867 in Tilburg. Ze krijgen dertien kinderen die allen in Tilburg worden geboren: vier dochters en negen zonen. Joseph is de jongste. Een zoontje sterft in zijn eerste levensjaar. Het gezin woont in Tilburg in de Veldhoven en daarna op de Heikant. Na de dood van Wilhelmina in 1907 woont Arnoldus eerst een aantal jaren in bij een van zijn kinderen. Op het eind van zijn leven verblijft hij in het St. Josephgasthuis op Lange Nieuwstraat 200.[1]

Nederlands-Indië

In juli 1909 verlaat Joseph van Spaandonk Tilburg. Hij vertrekt naar het instructiebataljon in Kampen dat in de kazerne zit die later de naam ‘Van Heutszkazerne’ krijgt. Het bataljon leidt jongens tot 18 jaar op tot onderofficier voor het koloniale leger. Joseph tekent bij het bataljon als soldaat voor zes jaar. Hij heeft een lengte van 1,614 meter. In 1909 wordt hij overgeplaatst naar het 6e Regiment Infanterie waar hij wordt bevorderd tot korporaal en sergeant. In 1913 gaat hij over naar het 17e Regiment Infanterie. In juli 1915 tekent Joseph voor zes jaar bij de koloniale troepen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Daarvoor ontvangt hij een premie van 400 gulden. Hij reist naar Nederlands-Indië en tekent daar in 1921 voor vier jaar bij als sergeant-majoor instructeur van de infanterie. In de loop van de tijd zal hij meermaals opnieuw bijtekenen. In 1921 trouwt Joseph met Paulina Utrecht. Zij is in 1901 geboren in Tjiawigebang op Java (Nederlands-Indië). Joseph en Paulina krijgen vijf kinderen, een dochter en vier zonen. Het echtpaar woont in 1922 in Malang (Java), gaat in 1923 voor een aantal maanden naar Nederland (Joseph heeft verlof), woont in 1926 in Taroetoeng (Noord-Sumatra) en in 1929 in Bondowoso (Java). Joseph is inmiddels adjudant onderofficier instructeur bij de infanterie. In september 1930 komt Joseph met zijn gezin vanuit Bondowoso aan in Rotterdam met het MS ‘Indrapoera’. Hij heeft opnieuw verlof. Het gezin woont tijdens het verlof op Heuvel 72 in Tilburg. In maart 1931 keert het gezin met het MS ‘Johan van Oldenbarnevelt’ terug naar Nederlands-Indië en vestigt zich in Malang. Daar wordt Joseph in november 1934 bij de infanterie benoemd tot onderluitenant; het gezin verhuist van Malang naar het garnizoen van Gombong, zijn nieuwe standplaats op Java. In oktober 1939 gaat hij op eigen verzoek met ontslag. Zijn standplaats op dat moment is het garnizoen van Poerworedjo (Java).[2]

MS ‘Indrapoera’
MS Indrapoera.jpg
Bron: Stichting Koninklijke Rotterdamsche Lloyd Heritage
MS ‘Johan van Oldenbarnevelt’ tijdens de Tweede Wereldoorlog
Johan van Oldenbarnevelt, WO2.jpg
Bron: Stichting Maritiem-Historische Databank
Interneringskaart van Joseph van Spaandonk
Interneringskaart JAM van Spaandonk.jpg
Bron: Nationaal Archief 2.10.50.03
Hell Ship ‘Suez Maru’
Suez Maru.jpg
Bron: telegraph.co.uk
Kaart met cirkels rond Ambon, Kangean eiland, Java, ca. 1930
Kaart Ambon, Kangean en Java, ca 1930.jpg
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam (P. Noordhoff)
Onderzeeboot USS ‘Bonefish’
USS Bonefish (SS-223).jpg
Bron: On Eternal Patrol

Japanse bezetting en krijgsgevangenen

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederland, wat de volgende dag bekend wordt gemaakt. Nederlands-Indië komt onder Japans bewind en de militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine worden krijgsgevangen gemaakt. Van de gevangengenomen Indonesische KNIL-militairen laten de Japanners een groot deel vrij. De 38.386 overige krijgsgevangenen zijn vrijwel allen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst; 7552 van hen komen door hun gevangenschap om. Van de Koninklijke Marine zijn 3847 Nederlanders als krijgsgevangenen afgevoerd; 648 van hen komen te overlijden.[3]

Krijgsgevangenkampen in Nederlands-Indië en daarbuiten

Verspreid over Nederlands-Indië richt de Japanse bezetter krijgsgevangenkampen op. Dit gebeurt op Java, Sumatra, Molukken, Flores, Celebes en Borneo. De kampen zitten in uiteenlopende gebouwen waaronder ziekenhuizen, loodsen, scholen en gevangenissen. Krijgsgevangenen komen ook elders in Oost-Azië in kampen terecht zoals in Japan, Malakka, Indochina, China, Korea, Birma en Thailand. Onder deze krijgsgevangen zijn behalve Nederlanders ook Britten, Amerikanen en Australiërs.[4]

Dwangarbeid

Vanaf het najaar van 1942 gebruiken de Japanners de krijgsgevangenen als arbeidskrachten. Ze moeten vliegvelden, wegen en spoorwegen aanleggen of in mijnen en op scheepswerven werken. Voor dit doel gaan de krijgsgevangenen op transport naar kampen die over Oost-Azië zijn verspreid. De werkdagen van de krijgsgevangenen zijn lang en hun leefomstandigheden zijn slecht. De voeding is gering en van slechte kwaliteit. Gevangenen lijden aan tropische ziektes, worden mishandeld en terechtgesteld. Berucht is het werk aan twee spoorwegen. Het werk aan de Pakanbaroe-spoorweg tussen Pakanbaroe en Moearo op Sumatra leidt tot zo’n 700 doden onder de Nederlandse krijgsgevangenen. Bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg tussen Birma en Thailand komen ongeveer 3000 Nederlandse krijgsgevangenen om.[5]

Krijgsgevangene

Joseph van Spaandonk wordt op 9 maart 1942 door de Japanners op Java gevangen genomen. Hij is op dat moment onderluitenant bij het reservekorps in Malang. In die stad komt hij terecht in een krijgsgevangenkamp. Daarna gaat hij naar een kamp in Batavia op Java en een kamp in Soerabaja. Uit de bronnen valt op te maken dat Joseph vanuit het krijgsgevangenkamp in Soerabaja in april 1943 Java verlaat en naar de Molukken wordt getransporteerd, een eilandengroep in Nederlands-Indië. Daar wordt hij opgesloten op Ambon.[6]

Dood op zee

In november 1943 verzamelt de Japanse bezetter op Ambon honderden zieke krijgsgevangenen voor transport naar Java, die afkomstig zijn uit kampen op de Molukse eilanden. De krijgsgevangenen zijn tijdens de zware dwangarbeid en de slechte leefomstandigheden ernstig ziek geworden. Ongeveer 550 zieke krijgsgevangenen worden bijeengebracht voor het transport: bijna 140 Nederlanders en zo’n 410 Britten.<De aantallen in de bronnen variëren enigszins.</ref> De Nederlandse krijgsgevangenen zijn eerder vanuit kampen in Soerabaja naar de Molukken verplaatst. Joseph van Spaandonk is een van hen. Ook een aantal Japanse zieken gaat mee met dit transport. De zieke krijgsgevangenen en Japanners gaan aan boord van het vrachtschip ‘Suez Maru’. Het schip is een van de transportschepen voor krijgsgevangenen die ‘hell ships’ worden genoemd vanwege de slechte omstandigheden voor de gevangenen. Het schip vertrekt op 25 november 1943 uit de haven van Ambon onder escorte van mijnenveger ‘W-12’. De bestemming is Soerabaja. In de ochtend van 29 november ontdekt een Amerikaanse onderzeeboot de Suez Maru nabij het eiland Kangean aan de rand van de JavaZee, op ongeveer 330 kilometer ten oosten van Soerabaja. De onderzeeër, USS ‘Bonefish’, vuurt torpedo’s af. De ‘Suez Maru’ wordt getroffen en begint te zinken. Van de krijgsgevangenen die in het ruim zijn opgesloten verdrinkt het merendeel. Mijnenveger ‘W-12’ weet honderden Japanse zieken en bemanningsleden op te pikken en raakt vol, waarna commandant Kawano Atsumu besluit geen krijgsgevangenen mee te nemen. De circa 200-250 krijgsgevangenen die aan verdrinking zijn ontsnapt, liggen al uren in het zeewater wanneer zij op bevel van Kawano Atsumu vanaf de mijnenveger worden beschoten met mitrailleurs en geweren. Geen enkele krijgsgevangene overleeft de aanval. Ook Joseph komt op 29 november 1943 om. Mijnenveger ‘W-12’ vaart vervolgens weg in de richting van Batavia.[7]

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V, Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010
  • J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985;
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8. Martinus Nijhoff, Den Haag 1969.
  • Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8, jrg. 1998 nr. 3.
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.
  • Lachlan Grant, They called them ‘Hellships’. Prisoners at sea faced an uncertain future, Wartime, no. 63, pp. 30-36, 2013.

Externe links

Noten

  1. Regionaal Archief Tilburg 565 map 237 J.A.M. van Spaandonk; Oorlogsgravenstichting J.A.M. van Spaandonk; Oorlogsbronnen J.A.M. van Spaandonk; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 6.3.1891 akte 250; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 3.2.1840 akte 51; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand huwelijken Tilburg 27.6.1867 akte 115; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 5.5.1926 akte 279; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 27.2.1907 akte 113; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1870-1880 f179; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1880-1890 f74; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1890-1900 f128; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f98; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f64; Regionaal Archief Tilburg 920 Burgerlijke Stand geboorten Udenhout 19.11.1847 akte 31; Regionaal Archief Tilburg 0919 Bevolkingsregister Udenhout 1861-1870 f113; Regionaal Archief Tilburg 1182 Collectie adresboeken van Tilburg; roosjeroos.nl Overlijden J.A.M. van Spaandonk aangifte Batavia 1948.
  2. Nationaal Archief 2.10.09 Administratie Indische Pensioenen 1815-1939; Nationaal Archief 2.10.50 Suppletiefolio's Oost-Indië; Stadsarchief Kampen 00002, inv. 1255 Instructiebataljon, J.A.M. van Spaandonk; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f10; roosjeroos.nl overlijden Malang 6.4.1944; koloniaalerfgoedtevoet.nl; canonvannederland.nl; Delpher, De locomotief 12.8.1930 en 10.8.1934; Delpher, Algemeen handelsblad voor Nederlandsch-Indië 13.8.1930; Delpher, De Sumatra post 2.4.1931; Delpher, Bataviaasch nieuwsblad 29.4.1939.
  3. oorlogsbronnen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischekamparchieven.nl; Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016.
  4. Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  5. J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016; Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; oorlogsbronnen.nl; pekanbarudeathrailway.com.
  6. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP) Stamboekgegevens KNIL-militairen met Japanse Interneringskaarten 1942-1996, J.A.M. van Spaandonk; Brabantse Gesneuvelden J.A.M. van Spaandonk; powresearch.jp; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  7. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP) Stamboekgegevens KNIL-militairen met Japanse Interneringskaarten 1942-1996, J.A.M. van Spaandonk; Regionaal Archief 565 map 237 J.A.M. van Spaandonk; Oorlogsbronnen J.A.M. van Spaandonk; Brabantse Gesneuvelden J.A.M. van Spaandonk; roll-of-honour.org.uk; japansekrijgsgevangenkampen.nl; combinedfleet.com; Lachlan Grant, They called them ‘Hellships’. Prisoners at sea faced an uncertain future, Wartime, no. 63, pp. 30-36, 2013; Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, 2003 (THR 11).