Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Sjef van Beurden

Assisië
SjefvanBeurden.png
Sjef van Beurden


Sjef van Beurden kwam in 1938 in dienst en verdiende toen zestien gulden per maand. Met de feestdagen was er soms een extra beloning, op jaarbasis zo’n drie gulden. Als kerstgratificatie kreeg men krentenmik en worst, al naar gelang het aantal kinderen. “In de tuin hadden we destijds een kas van honderd ramen. Onder het platglas moesten regelmatig evenveel gieters water over de komkommerplanten. Stonden we uren met glas te sjouwen. Begin zestiger jaren is de grote kas gebouwd. Zo’n tien jongens hielpen ons daar.”

Sjef van Beurden werkte weliswaar in de tuin van de boerderij, “maar op zondagen moest ik terugkomen om op Antonius de jongens uit bed te halen, te wassen en te verschonen. Die jongens waren weliswaar ambulant, maar van een zeer laag niveau. Als we arriveerden zat alles op de zaal potdicht en stonk het verschrikkelijk”. Ook Jos de Werdt was tuinman en werd regelmatig gevraagd om op zondag te komen helpen op Antonius. Voor dat werk kreeg Jos per zondag twee kwartjes extra uitbetaald. “Het wemelde op de afdelingen van de vlooien, je kon wat dat betreft helemaal onder komen te zitten met die krengen. Jos had zelfs op één zondag 75 vlooien weten te vangen. Later in 1939 kwam het verdelgingsstof “DDT”, een middel met een toxische werking op luizen, bedwantsen, vlooien en muggen. Toen was de vlooienplaag gelukkig verleden tijd.