Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Schilder

Tot de werkzaamheden van de schilder behoorden het schilderwerk aan de binnen- en buitenzijden van de gebouwen, de paviljoens, het hoofdgebouw, de dokterswoning, een boerderij en de werkplaatsen. Ook meubels zoals stoelen en tafels moesten regelmatig een verfbeurt hebben. Niet alleen het verven, maar ook het behangen viel onder de taak van de schilder. Het behang dat hiervoor veel werd gebruikt, was Salubra-behang, dat gekocht werd in Tilburg bij G. Hendriks. Salubra is extra breed behang dat met een verfstof bedrukt is. Dit soort behang was goed afwasbaar. Verfwaren (olieverf, kwasten etc.) werden gekocht bij Van Erp Van Gorcum te Tilburg. Josephus (Sjef), de oudste zoon van de familie Van der Steen, ging al als klein jongetje vaak mee met zijn vader naar Assisië. In het begin hielp hij zijn vader mee met schilderen. Zo heeft hij in de loop der tijd het beroep “schilder” van zijn vader geleerd. Later is Sjef in vaste dienst gekomen op Assisië.

Sjef van de Steen is ruim vijftig jaar schilder geweest. Zijn zoon Johan vertelde: “Dat je op Assisië ging werken was eigenlijk vanzelfsprekend. Dat ging, zeker in die tijd, van vader op zoon. Mijn vader heeft 45 jaar op Assisië gewerkt en nu werkt mijn zoon bij de Arbeidsactivering. Ik werd in 1934 aangenomen als schilder, maar in de tijd van de broeders was het heel normaal dat je ook nog voor ander werk werd ingezet. Tijdens de oorlog heb ik bijvoorbeeld verduisteringen aangebracht en appels en peren geplukt. Dat kwam vooral omdat er geen verf meer was. In die tijd heb ik ook op de bedzaal gewerkt, jongens uit bed halen en wassen. Ook heb ik regelmatig in de wasserij gestaan. Dan stond ik de hele dag te mangelen. In het begin werkten we zeven dagen in de week. Daar stond een knap salaris tegenover, want ik verdiende maar liefst vier gulden in de week plus kost. ‘s Zaterdags waren we al om vijf uur klaar; de overige dagen kon het wel negen uur worden. Van vakantiedagen had je nooit gehoord. Onze vrije uren kregen we op de heiligendagen. Dan moesten we eerst naar de kerk en vervolgens was er een processie door de tuin. Daarna kregen we in de knechtenkamer een glas bier en mochten we naar huis.” Sjef van der Steen heeft ook met zwaargestraften gewerkt. Die konden kiezen tussen de gevangenis of gaan werken op een instituut als Huize Assisië. Daar zaten goede gasten bij, maar ook echte criminelen. Sjef heeft eens aan zijn baas, broeder Petrus, een revolver gevraagd. Maar broeder Petrus vond dat Sjef de problemen met woorden moest oplossen.

Directe collega van Sjef van de Steen was Pieter van Beerendonk. Diens zoon Joh van Beerendonk kwam ook op Assisië werken, ook als schilder.