Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Romeinse verworvenheden

De Romeinse cultuur bracht de Romeinse verworvenheden naar onze streken. Boeren leerden om sloten te graven voor het afvoeren van overtollig water. Er kwamen potten, die men als pottenbakker zelf kon maken. Er kwamen kippen en fruitbomen, een extra bron voor voedsel. En de autochtone bevolking leerde allemaal nieuwe woorden, die te maken hadden met de luxe huisvesting van de Romeinen, woorden als: keuken, kelder, zolder, muur en venster. Maar het onderdanige volk moest ook de helft van hun jongens afstaan aan de Romeinen om te dienen in het Romeinse leger. Zo word je nooit een groot volk, integendeel.

Het volk was klein, maar door de voordelen van de Romeinse cultuur enigszins welvarender dan de Germaanse volken aan de andere kant van de Rijn. Die hebben regelmatig aanvallen uitgevoerd, niet zozeer om hier te wonen, wel om te plunderen. Zo is er een aanval van de Saksen bekend uit 370 n.C. die diep het Brabantse land wisten door te dringen en pas in de buurt van Oisterwijk, bij het riviertje de Reusel, werden verslagen. Om al die aanvallen vanuit het noorden tegen te houden kwam er langs de Maas een verdedigingslinie en kwamen er door de Romeinen ingezette vreemde troepen, met name de Salische Franken, die onze streek Texandrië noemden. Het feit dat vreemde troepen naar Brabant kwamen, zegt al genoeg over de daadkracht van de lokale bevolking, die daartoe – vermoedelijk alleen al op kwantitatieve basis – niet in staat was.