Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Plattebuiskachel

Plattebuiskachel
Brabantse plattebuiskachel.jpg

Volgens het woordenboek van Van Dale was het “een kachel, een verwarmingstoestel voor vertrekken met besloten vuur dat vrij in het vertrek stond, gewoonlijk voor de schoorsteen”, bij ons meest van gegoten ijzer. Een Brabantse kachel heeft een ladevormig bovenstuk waarop gekookt kan worden“. Men kende een Brabantse en een Belgische plattebuiskachel. De Brabantse hadden gietijzeren knoppen en ornamenten; de Belgische kachels hadden meer emaille versieringen en porseleinen knoppen. De oorsprong van de plattebuiskachel lag kennelijk in België. In Mechelen werd dit type kachel al voor 1830 geproduceerd en na de afscheiding van België nam de jonge ijzergieterij van Asselbergs in Bergen op Zoom hier de productie ter hand. Maar de plaatselijke smid maakte ook zelf deze kachels. Jo Olislagers, nu een zeventiger, heeft als beginnende smid samen met zijn vader Gerard Olislagers in de werkplaats aan de Kreitenmolenstraat nog menige plattebuiskachel gemaakt. Gietijzeren onderdelen werden dan via de IJzergroothandel Merkx in Tilburg aangeleverd. Hoe zag zo’n plattebuiskachel eruit? De voet van de kachel bestond uit een vierkante plaatijzeren bak van plm. 40 bij 40 cm, met afgevlakte hoeken en soms staande op vier fraaie gietijzeren klauwpoten; aan de voorkant bevond zich een aslade. Ook waren er ronde kachelvoeten. Boven op de bak was een rond gat gemaakt waarover een ijzeren kolom geplaatst werd met aan de voorkant een opening met schuif voor het oprakelen of oppoken van het brandende vuur. Boven op deze kolom was een gietijzeren ronde pot aangebracht met op de bodem een gietijzeren rooster waarop het vuur brandde. Naast de aanvoer van verse lucht van onderaf via de opening in de kolom diende het rooster ook voor de afvoer van de verbrande koolas naar de aslade. Op de gietijzeren pot rustte een ladevormig bovenstuk.