Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Peter Nouwens

Assisië
Nouwens.jpg
Peter Nouwens

Opgegroeid in Udenhout

Peter Nouwens is geboren in Goirle en opgegroeid in Udenhout. Na zijn middelbare school wilde hij fysiotherapie studeren, maar scheikunde zat niet in zijn pakket. Vader zorgde voor een baantje op het Grootziekengasthuis in Den Bosch. Maar al snel zag Peter een vacature op Huize Assisië. Zo kwam Peter in 1974 voor het eerst in dienst van Huize Assisië. Aanvankelijk voor kort, want Peter had de fysiotherapie als toekomstperspectief en dus volgde hij naast zijn werk een bijscholingscursus scheikunde. Na het behalen van de scheikunde volgde dan toch de opleiding fysiotherapie. Maar al snel merkte Peter hoezeer hij in het jaar bij Huize Assisië was gegrepen door de zorg voor de verstandelijk gehandicapte. En dus ging hij terug naar Huize Assisië, opnieuw voor even, want de militaire dienstplicht riep. Na de dienstplicht ging Peter voor de derde maal naar Huize Assisië. Hij kwam in de laatste lichting van de interne Z-opleiding en kreeg daarna een baan als behandelaar voor individuele problemen. Peter bleef studeren, nu aan de Universiteit van Leiden waar hij afstudeerde als orthopedagoog, specialist in de behandeling van mensen met een verstandelijke beperking. Na zijn studie kwam hij te werken als orthopedagoog op Charlotte-oord in Tilburg, waar hij samen met collega Henk Eilander een therapie bedacht voor comapatiënten. Het werkte echt! Collega Henk Eilander is erop gepromoveerd. Peter ging in 1990 voor de vierde maal terug naar Huize Assisië, nu als orthopedagoog.

Beroep op kleinschaligheid

Toen Peter Nouwens in 1990 als orthopedagoog aan de slag ging, was er in deze discussie duidelijk sprake van een kantelpunt ten gunste van de gedragstheorie. Vooral ouders deden een beroep op kleinschaligheid. Hun zonen en dochters hadden recht op een eigen ruimte, op eigen kleding, op dagbesteding, op hun eigen individuele ontwikkeling. De medici stelden de vraag of in geval van kleinschaligheid, en zeker in geval van kleinschalig wonen op afstand van zorg verlenende instantie, de juiste zorg wel kon worden geboden.

Bestuurder bij Prisma

In 1996 kreeg Peter de kans om directeur/orthopedagoog-behandelaar te worden van een zorginstelling in Rhenen, waarbij hij de gelegenheid zou krijgen om te werken aan een promotieonderzoek. Assisië zat midden in een reorganisatie, de fusie met Accent tot de nieuwe organisatie en directeur Schooltink had net besloten om vervroegd met pensioen te gaan, nog voor het afronden van de fusie. Op Assisië was Rudi Driesen als interimdirecteur aangesteld. De directeur van Accent wilde wel voor een eenpersoons-directie gaan, maar de Raad van Toezicht van het nieuwe Prisma gaf de voorkeur aan een tweehoofdige leiding. Toen Peter zijn ontslag vroeg om naar Rhenen te verhuizen was het antwoord van de Raad van Toezicht: “Wij hadden andere plannen”. Ze vroegen Peter om bestuurder van Prisma te worden, samen met Henk Boot, de voormalig directeur van Accent. De loyaliteit won.

Toegevoegde waarde voor bewoners

De vorming van Prisma was absoluut een succes gelet op de toegevoegde waarde voor de bewoners, het kleinschalig wonen en de dagbesteding. Het zogenoemde Ouderinitiatief kreeg alle ruimte. Ouders bundelden hun krachten en kochten met het gebundelde persoonsgebonden budget huizen, waar hun kinderen konden wonen. De ouders kochten de zorg in bij Prisma. Er kwamen in de loop der jaren wel veertig van dit soort initiatieven. De ontwikkeling van de zorg voor en de ontplooiing van de bewoners was goed, maar de financiële positie van Prisma kostte Peter in de beginfase hoofdbrekens. Peter heeft er veel tijd ingestoken en uiteindelijk voor de Raad van State kunnen aantonen dat de gemiddelde zwaarte van de populatie van Prisma groter was dan aangenomen door de subsidieverstrekkende Nederlandse Zorg Autoriteit. Peter kreeg na jaren gelijk, kreeg meer budget en dacht zich voortaan te kunnen concentreren op de ontwikkeling van de bewoners. Maar in 2008 kwam er een nieuw financieringssysteem met zogenaamde Zorg Zwaarte Pakketten. Prisma was intussen flink uitgegroeid, had vestigingen in heel Brabant, en was uitgedrukt in geld gegroeid van een begroting van 55 miljoen gulden in de jaren negentig naar een begroting van 110 miljoen euro. In 2008 werd het oude toelagen-systeem vervangen door een zorgzwaarte-pakket, hetgeen budgetneutraal zou plaatsvinden. Maar Prisma ging er 8 miljoen euro op achteruit en dus had Peter opnieuw een flinke uitdaging. Er volgde een traject samen met bewoners en ouders en samen met het personeel over de basiszorg, de kwaliteit van leven, over mogelijkheden tot besparingen en over zelf doen of inhuren.

Vragen stellen vanuit de optiek van de bewoners

“Er kwam een doorbraak door gebruik te maken van hetzelfde gedachtegoed als waarmee de gedragstherapeuten in de jaren negentig hun werk deden, hetgeen neerkomt op het stellen van vier vragen vanuit de optiek van de bewoner: 1. Wie ben ik? 2. Wat wil ik? 3. Wat kan ik zelf? en 4. Welke ondersteuning heb ik dan nog nodig? Het inschakelen van ondersteuning kost geld, het maximaal gebruik maken van wat bewoners zelf kunnen doen is niet alleen kwalitatief beter maar kost ook veel minder geld. Met het zorgvuldig uitwerken van dit gedachtegoed kon de besparing van acht miljoen euro worden gerealiseerd en de kwaliteit in stand worden gehouden. Voor sommigen was zo’n cruciale stap gezet dat zij een leus gingen hanteren: “Assisië leegmaken en verkopen!”. Die leus past bij de gedachte dat een zorgcentrum als Huize Assisië gevraagde zorg is en dus geld kost. Maar gelukkig is dit tij gekeerd. Voor de vraag aan de bewoners “Wat wil jij zelf” ligt het antwoord mogelijk juist op een terrein als dat van landpark Assisië, in termen van bezigheden, dagbesteding, recreatie, e.d.”