Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Paviljoensziekenhuis

Tot diep in de 19de eeuw bevonden de krankzinnigengestichten zich midden in de steden. Het waren een soort bewaarplaatsen. De Amsterdamse professor in de psychiatrie Voorhelm Schneevoogt hield in 1864 een pleidooi voor verschuiving van de gestichten naar het platteland. Hier was ruimte, goedkope bouwgrond en een mogelijkheid tot landarbeid. In Engeland en Duitsland was deze trek al op gang gekomen en werd het systeem van paviljoenziekenhuizen toegepast. De ordening van paviljoens in een landelijke omgeving had grote voordelen boven de stadsgestichten. Ten eerste konden verschillende categorieën patiënten apart worden behandeld. In de paviljoens werd de natuurlijke gezinssituatie zo goed als mogelijk nagebootst. Ten tweede was de nabijheid van de natuur positief, omdat hiervan een therapeutische werking uitging. De natuur kwam binnen handbereik door de aanleg van siertuinen, boomgaarden en teelttuinen, die tussen en om de paviljoens gedrapeerd werden.

Rond de jaarwisseling en begin 20ste eeuw werden – aangestuurd door de overheid – zo’n twintig krankzinnigengestichten gebouwd, allemaal op het platteland en allemaal in de structuur van een paviljoenziekenhuis.

Zo kreeg ook Huize Assisië de structuur van een paviljoenziekenhuis, een hoofdgebouw met daaromheen paviljoens, in de situatie van Huize Assisië aanvankelijk vier paviljoens.