Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Pastoorspaadje

Pastoorspaadje
10.4 Basje en Henriette Nelissen.jpg
Basje en Henriëtte Nelissen.


Pastoorspaadje
10.6 Basje in Henriette Nelissen.jpg

Ten noorden van de spoorlijn Tilburg - Den Bosch loopt een fietspad van de Stationsstraat tot aan de Gommelsestraat. Het pad wordt soms “pestoorspèdje” of “Prinsenpèdje” genoemd.

Voor de aanleg van de spoorlijn Tilburg – Den Bosch – Nijmegen moest de Nederlandsche Zuid-Ooster-Spoorwegmaatschappij stroken grond aankopen in Udenhout. In sommige gevallen werd de grond van een boerenbedrijf in tweeën gedeeld. In de koopakten is daarom vaak de clausule opgenomen, “dat ter plaatse van het verkochte over den aan te leggen spoorweg overweg zal worden verleend ten behoeve van het overblijvende deel van voorschreven perceel, door middel van een en vanwege de Maatschappij te openen en sluiten slagboom.” In de praktijk is deze afspraak maar op enkele plaatsen nagekomen. De bewoners van de Winkelsestraat gebruikten dan ook de particuliere weg langs de Vossenhoeve en de overweg daar als “kerkweg” Ze gingen niet meer via de Mortel. Na 1923 zijn de meeste bewaakte overwegen opgeheven Het spoortraject van Udenhout kent nu in feite maar twee “bewaakte” overwegen: de Kreitenmolenstraat en wat nu heet de Spoorakkerweg. Verder waren er op het traject alleen nog “onbewaakte” spoorwegovergangen: in den Berkhoek, bij de Vossenhoeve, de Winkelsesteeg, de Gommelsestraat bij Bart Bertens (Bart van Peere) en de Winkelsestraat (nu Capucijnenstraat) bij Huize Assisië.

Op onbewaakte overwegen gebeurden veel ongelukken. Dramatisch waren de ongevallen met schoolkinderen. Op maandag 11 mei 1959 ’s morgens om kwart over 8 verongelukte op de onbewaakte overweg bij de Vossenhoeve Adriana Johanna Maria van Iersel, 5 jaar oud. Zij woonde op ´t Winkel en was met haar twee zusjes op weg naar school. Ooggetuigen P. van Antwerpen en zijn collega H. Das waren bij de Vossenhoeve de melkbussen aan het opladen toen de drie zusjes de vrachtwagen passeerden. Het kleinste zusje reed voorop en lette alleen op de vrachtwagen en niet op de trein die van Den Bosch kwam. Iedereen toeterde, de trein en de auto, maar het meisje was teveel afgeleid. Op 10 oktober 1963 verongelukten twee kinderen uit het gezin Nelissen op dezelfde onbewaakte overweg. Henriette (9 jaar) en haar broertje Sebastiaan (5 jaar). Zij woonden op het terrein van de steenfabriek en gingen op de fiets naar de opening van de nieuwe winkel van Ties Mallens in Biezenmortel.

Beide ongevallen waren voor pastoor Prinsen aanleiding om actie te ondernemen. Samen met burgemeester Verhoeven is hij in Utrecht met de NS gaan praten over de aanleg van een fietspad vanaf de Vossenhoeve naar de Stationsstraat. Een deel van de benodigde grond was eigendom van de Spoorwegen. Ook Ad Vermeer en Wim van de Ven hebben stroken grond verkocht aan de gemeente om het plan van een fietspad uit te voeren. Commotie ontstond toen het Brabants Dagblad een week na het ongeluk van de kinderen Nelissen de suggestie wekte, dat de onveilige situatie veroorzaakt zou zijn door de onwil van particulieren om in samenwerking met de Spoorwegen de overweg te beveiligen. Het stuk van de Vossenhoeve tot de Heusdensebaan is later gerealiseerd. De onbewaakte overweg bij de Vossenhoeve is nu niet meer nodig en is opgeruimd. De inspanningen van pastoor Prinsen zijn beloond met de naamgeving van het fietspad. (Zie ook Unentse Sprokkels 9, blz. 54 t/m 56.)