Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Pastoor op straat

Een van de dingen die mij is bijgebleven, is dat als we de pastoor op straat tegenkwamen terwijl hij de communie rondbracht (bij zieken of ouderen thuis), dat we dan van de fiets stapten, knielden, het hoofd bogen en een kruis maakten. Je kon zien dat hij de communie naar zieken bracht, omdat hij dan een stola om had over zijn toog. Ging hij iemand bedienen, dan liep er ook een misdienaar mee. Als je de pastoor tegen kwam zonder stola, dan was je verplicht hem te groeten door twee vingers naar je hoofd te brengen en “dag meneer pastoor” te zeggen. Jongens moesten hun pet afzetten, vóór de oorlog droeg iedere jongen nog een pet.