Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Onnozel

(onneu:zel), bn., behalve de betekenis ‘niet opgewassen tegen bedrog’ heeft onneu:zel dikwijls ook de bijbetekenis: tragisch, onbegrijpelijk, ellendig. ‘t is toch onneu:zel, mijn verstand staat erbij stil, hoe kan zoiets nou gebeuren. Misschien heeft het droevig einde van de Onnozele Kinderen aanleiding gegeven tot sit spraakgebruik.