Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Nertsenfarm

Tijn Keuninx, zoon van Adrianus Keuninx en Wilhelmina de Bakker, had een nertsenfarm aan de Molenhoefstraat, van 1960 (twee jaar na zijn huwelijk) tot 1975. Tijn had een baan bij de Regenboog in Tilburg en de nertsen waren bedoeld als bijverdienste. Hij was bij toeval op het idee gekomen bij een ontmoeting met iemand uit Moergestel, bij wie hij zijn eerste 16 nertsen kocht. Die 16 werden er al snel 1500 op jaarbasis. Tijn slachtte zelf de nertsen, liet de huiden looien in Riel en verkocht dan de vellen aan het Canadese bedrijf Hudson Bay. Daar gingen de huiden op de veiling. Maar Tijn hield ook huiden hier. Zijn vrouw maakte er bontmutsen van die aan huis werden verkocht. De beestjes aten vlees en vis. Het vlees ging Tijn ophalen bij het slachthuis in Tilburg, de vis werd thuisgebracht door Jonkers van de Dongenseweg uit Tilburg. Jonkers haalde dat voer bij een bedrijf aan de Schoorstraat langs de Ley net voor Verhoeven. Na 15 jaren was het bedrijf voor de tweede maal getroffen door een fatale hondenziekte. Helemaal opnieuw beginnen kostte destijds 60.000 gulden. Tijn is in 1975 omgeschakeld naar een kippenfarm. Het gebeurde een enkele keer dat de nertsen hun kooi open kregen. Ze zaten met een of twee in een kooi. Heel veel tegelijkertijd konden er niet ontsnappen. Een keer kwam achterbuurman Van der Meijden in paniek naar Tijn Keuninx met het verhaal dat het een chaos was in zijn kippenkooi. Een nerts bleek 35 van de 50 kippen te hebben gedood. De dagen erna bleken de overblijvende kippen van de leg. Ook buurman Van Roessel had een keer een nerts in zijn kippenkooi. Toen waren er zeven dode kippen. Als Tijn wist dat er nertsen ontsnapt waren, dan waarschuwde hij eerst de buurt zodat zij op de hoogte waren.