Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Neerstorten Mustang

5 oktober 1944 is een drukke dag voor de zware bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht. De hele 8ste Luchtmacht komt in actie voor aanvallen op vliegvelden, 935 viermotorige toestellen worden op hun vlucht beschermd door 675 jagers. Ze stijgen op vanaf het vliegveld Bodney voor de zogenaamde Ramrod missie.

Kapitein John Coleman is een van de vliegers van de jagers, de PE*M serie 44-13983 met de trotse naam Patty IV op zijn blauwe neus. Boven Keulen krijgt de jager te kampen met een storing in het koelsysteem, waarop John Coleman zijn missie afbreekt en de terugtocht naar Engeland begint. Rond half één geeft Coleman over zijn boordradio de verontrustende mededeling door dat de motor er helemaal mee is gestopt en dat hij uit zijn toestel springt. Even later zien zijn kameraden in de lucht dat zijn parachute zich opent en dat hij veilig de grond bereikt. Patty IV vindt haar einde op de grens van Udenhout en Tilburg. Coleman ontdoet zich zo snel mogelijk van zijn parachute en vlucht de bossen in. Een Duitse patrouille, op zoek naar Coleman, trekt zich na een uur onverrichter zake terug. Coleman overnacht van 5 op 6 oktober bij de familie Vermeer op hun boerderij op de Tilburgse Heikant. Vermeer heeft Coleman de dag erop naar kapelaan Van Hoeckel van 't Goirke gebracht.


Bron "Vliegtuigcrashes 1940-1945 in Midden-Brabant", 2018