Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Meester Johannes Koolen

In de voordracht voor een nieuwe onderwijzer In 1805 gaat de voorkeur van de gemeente uit naar de 27-jarige Christiaan Kuijpers, schoolmeester te Deursen bij Ravenstein. Deursen ligt dan nog in het voormalige Land van Ravenstein. Dat gebied maakte tot 1795 geen deel uit van Staats-Brabant. Tijdens het onderzoek door een commissie uit het Departementaal Bestuur van Brabant, meldt de verantwoordelijke schoolopziener op 11 juni 1805 dat de voorgestelde kandidaat nog niet lang genoeg in dit departement woont. Een eis uit het vigerende schoolreglement is, dat alle kandidaten, gedurende het afgelopen jaar plus zes weken, binnen het eigen departement gewoond moeten hebben. Deursen ligt buiten het gewest, waardoor de kandidaat formeel niet benoemd mag worden. De gemeente protesteert heftig en voert aan dat Christiaan Kuijpers het door de schoolopziener afgenomen examen met glans heeft doorstaan. Om uit de patstelling te komen dient de raad op 10 juli 1805 een nieuwe lijst met drie nieuwe kandidaten in. Boven aan de lijst staat de naam van Johannes Laurens Koolen, wonende in Udenhout. Hij is landbouwer en woont ergens op ‘t Winkel. Hij is 40 jaar oud. De kandidaat is lid van het gemeentebestuur en tevens schepen (wethouder) van Udenhout. Enige ervaring als schoolmeester ontbreekt evenwel. Maar dan doet zich een probleem voor. De nieuwe onderwijswet van 1806 schrijft voor dat alle onderwijzers door middel van een vergelijkende examen hun kwaliteit moeten kunnen bewijzen. Ook Johannes Koolen krijgt een oproep om voor de examencommissie te verschijnen. De eerste keer komt hij niet opdagen. Kort daarna overlijdt hij, op 2 april 1806. DE gemeente kan nu Christiaan Kuijpers benoemen.