Leuteren (uit-)
onov. ww., 1. los zitten, door slijtage losraken, vooral in verhouding met uit-, bv. van een slot; 2. onverstandig en onsamenhangend praten in een laag tempo; 3. langzaam een plas doen, speciaal: in zijn broek pissen.
onov. ww., 1. los zitten, door slijtage losraken, vooral in verhouding met uit-, bv. van een slot; 2. onverstandig en onsamenhangend praten in een laag tempo; 3. langzaam een plas doen, speciaal: in zijn broek pissen.